‘Vanaf nu zetten de onderhandelaars best in op een algemene lastenverlaging die voor alle ondernemingen gelijk is. Dit zal voor investeerders veel overtuigender zijn dan slechts op bepaalde sectoren gerichte lastenverlagingen', zegt Marc Lambotte, CEO van Agoria. ‘Een algemene daling van de aanslagvoet van 33 naar 25 procent zal de concurrentiekracht van ons land meteen versterken.'

 

De loonkostenhandicap van ons land tegenover de drie buurlanden bedraagt 16,5 procent en ligt zelfs 33 procent hoger dan het gemiddelde van de eurozone, zo bepleit Agoria. De loonkostenhandicap is algemeen en geldt voor alle sectoren. Vooral de sectoren die aan internationale concurrentie zijn bloot gesteld, lijden steeds meer onder deze handicap, getuige de vele herstructureringen en bedrijfssluitingen van de voorbije jaren in ons land.

 

De traditioneel hoge productiviteit van ons land compenseert jammer genoeg onze loonkostenhandicap steeds minder: sinds 1996 steeg de loonkost gecorrigeerd voor de evolutie van de productiviteit (loonkost per eenheid product) 13 procent sneller in België dan in de buurlanden. Er is dus een algemeen probleem van concurrentiekracht.

 

De voorbije regeringen hebben niet of nauwelijks ingezet op een algemene versterking van de concurrentiekracht. Er werd wel ingezet op gerichte lastenverlagingen, denk maar aan maatregelen voor lage lonen, het activeren van werklozen, ouderen en dienstencheques. Lambotte: ‘Deze maatregelen hadden andere bedoelingen dan een versterking van de concurrentiekracht en leiden bovendien niet tot een hogere productiviteit en economische groei in ons land.'

 

Een daling van de aanslagvoet van 33 naar 25 procent zou een duidelijke signaalfunctie hebben naar binnenlandse en buitenlandse investeerders en ondernemingen, stelt Agoria. ‘Een dergelijke daling versterkt de algemene concurrentiekracht van ons land. Belangrijke bestaande maatregelen als lastenverlagingen voor onderzoekers en ploegenarbeid blijven belangrijk voor de aantrekkelijkheid van ons land als trekpleister voor R&D- en productieactiviteiten, maar bijkomende inspanningen worden best prioritair gebruikt voor lineaire lastenverlagingen om nieuwe investeerders aan te trekken', besluit Lambotte.