Om alle maakbedrijven te verenigen, lanceert Unizo het project De Makers. ‘Al wie iets maakt, iets creëert, is welkom.' Ons land telt zo'n 220 duizend maakbedrijven, maar volgens Unizo gaat er op dit moment te weinig aandacht uit naar de maakbedrijven. ‘Nochtans bieden die enorme toegevoegde waarde, ze zorgen voor tewerkstelling en vaak geven ze ons land ook een internationale uitstraling. De Maker Movement verovert en verandert stilaan de wereld.' Onder het motto ‘wij gaan het maken', doet Unizo een oproep aan jongeren die de handen uit de mouwen willen steken. Maar ook aan de scholen die jongeren moeten klaarstomen voor een maakberoep. En aan alle makers-ondernemers, maar ook aan de consument. De ondernemersorganisatie doet dit via een imagocampagne met bekende Vlamingen, tal van activiteiten, een makersbeurs en makerslessen op scholen. Unizo definieert een maker als: ‘iemand die kwaliteitsvolle nutsproducten maakt in België'. Volgens Unizo wordt ‘maken' niet altijd naar waarde geschat. Ze verwijst naar knelpuntberoepen zoals technici, informatici en onderhoudsmecaniciens, of zeer specifiek als meubelmakers en slagers.

Unizo organiseert open ateliers en netwerkavonden. Ook jongeren worden warm gemaakt om ‘maker' te worden via Makers@school, waarbij makers op scholen hun verhaal vertellen. Om de consument te sensibiliseren over het belang van makers, lanceert Unizo een imagocampagne en roept alle makers op: ‘Toon wat je maakt' en post het op makers.be. Bekende Vlamingen vertellen daar hoe zij dankzij hun maker geworden zijn tot wie ze nu zijn. Zoals Wesley Sonck, Saartje Vandendriessche, Sarah en Gert Bettens en Jeroen Meus. Op 26 november organiseren de Makers een inspiratieavond bij Imec, Leuven. Onder de titel ‘Wie wordt de Netflix van de maakindustrie', gaat het over de toekomst van maakbedrijven. Op 21 en 22 maart 2015 strijken De Makers neer in Mechelen, waar in samenwerking met Technopolis een makersbeurs wordt georganiseerd.