Dit is de belangrijkste conclusie van Febeliec bij de update van de benchmarkingstudie m.b.t. de elektriciteitsprijzen, uitgevoerd door Deloitte. Bovendien heeft de onzekerheid m.b.t. de heropstart van de kerncentrales Doel 3 en Tihange 2 er recent toe geleid dat de Belgische prijzen ver boven die van de andere landen zijn uitgestegen, wat zwaar weegt op onze competitiviteit.

Volgens de analyse van Deloitte betalen Belgische industriële gebruikers in 2014 gemiddeld 9 tot 47% méér voor hun aangekochte elektriciteit dan hun concurrenten in de buurlanden. Ter vergelijking: deze handicap bedroeg in 2013 nog 12 tot 45%. Voor het geheel van de Belgische industrie leidt dit tot een extra kost van honderden miljoenen euro's per jaar. "Deze situatie zet de industriële ontwikkeling in ons land ernstig op de helling en bedreigt dus ook onze tewerkstelling en de welvaart", aldus Peter Claes, Directeur van Febeliec.

Daarnaast wijst Febeliec op de onzekerheid over de heropstart van de kerncentrales Doel 3 en Tihange 2, die de laatste weken heeft geleid tot een gevoelige stijging van het verschil in marktprijs tussen België en onze buurlanden.

Dit vormt een onoverkomelijke concurrentiehandicap voor de Belgische industrie, waarvan het voortbestaan reeds is bedreigd. Een aanhoudende onbeschikbaarheid van deze twee kerncentrales zal dan ook niet alleen de bevoorradingszekerheid in België ondermijnen, maar ook het investerings- en ontwikkelingsklimaat voor industriële activiteiten in ons land.

Febeliec vraagt de regeringen dan ook om dringende en drastische maatregelen te treffen om het vertrouwen van verbruikers en andere marktactoren in het elektrisch systeem te herstellen, dit zowel op het vlak van de bevoorradingszekerheid als voor de prijzen.