Vlaanderen kent van oudsher een bloeiende agrarische maakindustrie met landbouwmachinebouwers als AVR, CNH Industrial en Dewulf als grote internationale spelers. Alhoewel de sector van machinebouw redelijk doordraait, hebben vooral de stallenconstructeurs en constructeurs van stalinrichtingen en veehouderijsystemen het moeilijk.

Dat vertelde Jan Colpaert, voorzitter van Fedagrim, de Belgische federatie van de toeleveranciers van landbouwmachines en -gebouwen, tijdens de Agribex landbouwbeurs in Brussel. Beursorganisatie Fedagrim had voor de 72ste editie van de landbouwbeurs opvallend veel aanmeldingen van specialisten in de veehouderij.

 
Jurische onzekerheid 

De reden is de juridische onzekerheid. Door het aanslepende stikstofdossier heerst er een feitelijke vergunningsstop voor veebedrijven waardoor investeringen in nieuwe stallen of stalsystemen uitblijven. Colpaert merkt het ook in zijn eigen bedrijf Altez, van origine een stallenbouwer met 230 medewerkers. Door de terugvallende vraag heeft Altez zich op andere markten gestort, zoals bijvoorbeeld bedrijfsgebouwen, en tevens de blik naar het buitenland gericht.

Colpaert schat dat België zo'n twintig stallenbouwers telt, waarvan een handvol grote bedrijven. 'Maar geen van deze bedrijven verdient momenteel de kost met stallenbouw alleen. Ze hebben zich allemaal geheroriënteerd.' Bij Altez neemt landbouwprojecten nog maar twintig procent van de omzet in. 'En dan gaat het niet eens om stallen, maar eerder om loodsen voor aardappelen-, ajuin- of machineopslag.'

 
Kennis verloren 

De voorzitter van Fedagrim hield in zijn openingstoespraak een vurig pleidooi voor een nieuw, rechtszeker stikstofdecreet om zo het investeringsklimaat aan te wakkeren. Als de politiek nog langer taant, is het volgens hem gedaan met stallenconstructeurs en stalleninrichters. 'Dadelijk is alle kennis verdwenen in ons land.'