Het niveau van de orders daalde in de eerste helft van het jaar in totaal met zeven procent. De binnenlandse orders waren vijftien procent lager dan vorig jaar, terwijl de orders uit het buitenland met vier procent daalden. In reële termen betekent dit een daling van dertien procent.

'Aan het eind van het tweede kwartaal was er opnieuw een verrassende toename van het aantal orders, vergelijkbaar met maart,' meldt Wilfried Schäfer, directeur van de VDW (Duitse Vereniging van Machinebouwers). De belangrijkste impuls kwam in het tweede kwartaal uit de eurolanden. De toename van het aantal orders aan het eind van het tweede kwartaal gold zowel voor verspanings- als vormmachines. 'We weten natuurlijk uit ervaring dat het resultaat van één maand geen ommekeer betekent,' vervolgt Schäfer. De schommelingen waren eerder toe te schrijven aan projectactiviteiten, met name aan omvormingstechnologie.

Daarnaast zorgen orders uit groeisectoren zoals e-mobiliteit, windenergie, lucht- en ruimtevaart en defensie voor een stijging van de orderontvangsten. De conventionele machinebusiness was daarentegen iets zwakker, omdat kleine en middelgrote klanten onzeker zijn en investeringen uitstellen. De aankoop van machines met kredietfinanciering wordt ook moeilijker door de stijging van de rentevoeten.

De omzet bleef stabiel op een hoog niveau. Nominaal groeide hij met 21 procent in de eerste helft van het jaar en reëel met dertien procent. De bezettingsgraad steeg in juli van dit jaar weer licht, van 88,3 naar 90,5 procent.

Het orderboek daalt relatief langzaam. 'Daarom blijft de VDW prognose van tien procent productiegroei in het lopende jaar geldig,' concludeert Schäfer. Buitenlandse markten blijven de belangrijkste drijvende kracht en Azië is de enige regio met een positieve balans.