Gold de sluiting van Renault Vilvoorde nog als wake-up call voor de Vlaamse politiek, de aangekondigde sluiting van Ford Genk heeft de partijen definitief wakker geschud. Met resultaat is onder andere het SOC Flanders' Make. In Lommel, op een kleine afstand van de Limburgse autofabriek die eind dit jaar definitief dichtgaat, hebben meerdere partijen het nieuwe strategisch onderzoekscentrum voor de maakindustrie gepresenteerd. Vijf Vlaamse universiteiten en drie kennisinstellingen bundelen hun krachten in Flanders' Make. Een netwerk van onderzoekers staat klaar om hoogtechnologische oplossingen voor de industrie te ontwikkelen. Als je namelijk naar de wereldwijde ontwikkelingen in industrielanden kijkt, is er slechts één conclusie mogelijk, meent Urbain Vandeurzen. ‘Tussen 2005 en 2013 is de hoogtechnologische industrie in Europa blijven groeien, met 26 procent. De medium tech industrie groeide met 5 procent, de rest is afgenomen. Het moet komen van de hoog en medium tech, de rest staat in een defensieve modus.'
Dat betekent dat bedrijven veel meer moeten investeren in technologische innovaties. Daardoor hebben landen als Duitsland en Zweden het aandeel van hun maakindustrie in het Bruto Nationaal Product (BNP) op peil kunnen houden, rond de 20 procent, terwijl dat in de rest van Europa fors is gedaald. Gemiddeld zit de Europese Unie nog op een aandeel van 15,7 procent; en België doet het nog slechter met 13,5 procent. ‘We zijn een derde van onze industrie kwijt geraakt in de voorbije 15 jaar', zegt Urbain Vandeurzen. ‘Dat is een alarmerend signaal.' Industrie zorgt namelijk voor banen en welvaart. In Vlaanderen zorgt de industrie voor zo'n 200.000 jobs, nog niet meegeteld de vele indirecte jobs. De maakindustrie kan echter alleen overleven als ze investeert in nieuwe technologie en innoveert. Met dat recept kun je op de exportmarkten concurreren, zie het succes van Duitsland.
Om de industrie daarbij te ondersteunen, bundelen de universiteiten en kenniscentra hun krachten in Flanders' Make, de naam van het nieuwe strategisch onderzoekscentrum die tijdens een druk bezochte bijeenkomst in Lommel werd onthuld. Samen met de bedrijven moeten programma's worden opgezet om tot hoogtechnologische innovaties te komen en deze toe te passen in de industrie. De initiatiefnemers zetten in op een sterke link tussen product- en procesontwikkeling. Als je namelijk producten innoveert en daarvoor nieuwe processen ontwikkelt, hou je de cirkel gesloten. Ervaringen uit de procesontwikkelingen kunnen dan weer gebruikt worden in de productontwikkeling. Zo voorkom je dat productie wordt gedelokaliseerd. ‘We kiezen voor een holistische aanpak: productontwerp, kennis van mensen en het productieproces. Product- en proceskennis moeten zo nauw met elkaar verweven zijn dat je de link niet kunt doorbreken. Dan blijft de productie in Vlaanderen, kan zelfs productie terug komen en kunnen we buitenlandse bedrijven aantrekken zich hier te vestigen', meent Dirk Torfs, algemeen directeur van Flanders' Make.
De ambities van het nieuwe onderzoekscentrum zijn groot. Torfs wil de komende jaren 150 tot 200 bedrijven aan Flanders' Make verbinden, waarvan zeker 30 procent kmo's moeten zijn. Deze bedrijven bepalen de onderzoeksthema's. ‘Met onze partnerbedrijven kunnen we de resultaten van onderzoek valideren en daarna ten dienste stellen aan nog veel meer bedrijven.' Hoewel Flanders' Make zich op de Vlaamse industrie mikt, is Dirk Torfs bereid over de landsgrenzen heen te kijken. Het onderzoekscentrum wil namelijk internationaal op een hoog niveau meedoen. Dan moet je volgens hem internationaal kijken. Concreet betekent dit dat ook bijvoorbeeld Nederlandse bedrijven aan de programma's mee kunnen doen. ‘En bilaterale projecten kunnen we altijd met ze uitvoeren', aldus Torfs.
De primaire domeinen waarop Flanders' Drive zich richt, zijn automotive, machinebouw en fabrieken. Daarmee wordt tot wel 90 procent van de Vlaamse industrie afgedekt, schat Torfs. Want innovatieve productieprocessen kun je veel breder inzetten dan alleen automotive en machinebouw. De onderzoeksprojecten richten zich telkens op de technologische domeinen vermogenselektronica en energieopslag; mechatronica en ontwerpmethodes, productieprocessen en mensgerichte systeemontwikkeling. Ook dat zijn thema's die heel breed in de maakindustrie spelen. Tijdens de lancering van het strategisch onderzoekscentrum werden al zo'n twintig demo's getoond, die aangeven in welke richting de projecten zullen gaan. Bijvoorbeeld makkelijk te programmeren robots die de mens in de fabriek ondersteunen en ontlasten. Of een snelle 3D-printer die niet batchgewijs produceert zoals momenteel, maar geïntegreerd kan worden in een productielijn. Of slimmere besturingen en aandrijvingen van machines, die de performantie verhogen. Een ander toonaangevend project is geweest de ontwikkeling van een elektrische aandrijving voor een Range Rover Evoque, waarvoor een complete aandrijflijn in Vlaanderen is ontwikkeld, inclusief de mechanische componenten die door Punch Powertrain zijn geproduceerd.
De Vlaamse regering maakt de komende drie jaar elk jaar 8,4 miljoen euro vrij voor Flanders' Make. Daar komen dan nog eenmalig gelden bij uit onder andere het SALK-programma (herstructurering na sluiting van Ford Genk), EFRO-gelden (Europese Unie) en Competiviteitsgelden. ‘Kennis moet bij de bedrijven geraken. Want kennis is de hefboom om tot een Vlaanderen te komen dat economisch en maatschappelijk goed doet', verwoorde Leo van de Loock, directeur samenwerken en beleid bij het IWT, het bij de aftrap van het centrum. Volgens hem zullen er naast de miljoenen die nu zijn vrijgemaakt, nog meer middelen toegekend gaan worden in de komende jaren. Want, zo zegt Urbain Vandeurzen: ‘Maakbedrijven moeten kunnen terugvallen op een R&D competentie van wereldklasse.'
Er zijn nog geen reacties op dit artikel.
1. | Onafhankelijke site en nieuwsbrief met een unieke redactie |
2. | Bereikt brede doelgroep door verspreiding in gehele maakindustrie |
3. | Verzekert u van doeltreffend bereik bij duizenden zaakvoerders, productie- en aankoopverantwoordelijken |
4. | U kunt zich met een aantrekkelijke korting ook in de Nederlandse maakindustrie profileren |