In de dienstverlening aan bedrijven werden de vooruitzichten voor de algemene marktvraag voor de tweede maand op rij sterk neerwaarts bijgesteld. De bedrijfsleiders, die vorige maand zeer pessimistisch waren over de vooruitzichten voor hun eigen activiteit, hebben hun beoordeling deze maand niet bijgesteld en blijven dus zeer voorzichtig. Bovendien hebben ze een minder gunstige mening over hun huidige activiteit.

De daling van de indicator in de handel vloeit voort uit een sterke neerwaartse bijstelling van de vraagvooruitzichten en, in mindere mate, van de werkgelegenheidsvooruitzichten.

In de industrie zijn alle onderliggende componenten van de indicator neerwaarts gericht, met uitzondering van de beoordeling van het peil van de voorraden. Het vertrouwensverlies impacteerde in het bijzonder de werkgelegenheids- en vraagvooruitzichten.

Het vertrouwen in de bouwnijverheid is sinds ongeveer een jaar vrijwel stabiel. De indicator is deze maand opnieuw weinig veranderd en laat een zeer lichte stijging zien. De recente ontwikkelingen van zowel de orderpositie als het gebruikte materiaal zijn positief, terwijl de beoordeling van de huidige orderpositie minder gunstig is en de vraagvooruitzichten enigszins verzwakken. De synthetische afgevlakte curve, die de onderliggende conjunctuurtendens weergeeft, daalt voor het eerst sinds december vorig jaar.

De seizoengezuiverde bezettingsgraad van het productievermogen in de industrie, ten slotte, bedroeg in juli 75,3 procent, tegen 77,7 procent in april, wat bevestigt dat het conjunctuurklimaat in die bedrijfstak verslechterde tijdens het tweede kwartaal.