Van 2010 tot 2030 moeten er alleen al in Vlaanderen meer dan 600 duizend woningen bijkomen. Zelfs als er hoger en compacter wordt gebouwd en stads- en dorpskernvernieuwingsprojecten sneller verlopen dan nu, is  het nodig de nog onbebouwde percelen aan te snijden om het toenemend aantal gezinnen te kunnen opvangen. Dat is de boodschap van het visierapport 2013 van VCB.

 

Prognose

Bevolkingsprognoses geven aan dat de Belgische bevolking van 2010 tot 2030 met 12,6 procent zal stijgen. België behoort daarmee tot de acht Europese landen met een bevolkingsgroei van meer dan 10. In Europa neemt de bevolking tijdens die twintig jaar gemiddeld met 4,3 procent toe. De VCB heeft berekend dat alleen al in Vlaanderen van 2010 tot 2030 het aantal gezinnen met 633 duizend zal toenemen en er dus evenveel extra woongelegenheden moeten bijkomen. Dit is het gevolg van het stijgend aantal inwoners en van de almaar kleiner wordende gezinnen. De beschikbare woningvoorraad in België is nu al tamelijk krap. In België zijn per duizend inwoners ongeveer 460 woongelegenheden beschikbaar. In Europa ligt het gemiddelde rond de 500 woongelegenheden per duizend inwoners.

 

 

In 2013 komt hierin geen verandering. In de eerste helft van dit jaar werden in vergelijking met de eerste helft 2012 in Vlaanderen ongeveer evenveel nieuwe flats gebouwd maar 14 procent minder nieuwe huizen. In het licht van de forse bevolkingsstijging komt het er op aan versneld duurzame en betaalbare woonprojecten te realiseren.

 

Visierapport

Het visierapport van de VCB met de titel Tijd, geld & ruimte geeft aan dat zowel geld als tijd en ruimte schaars zijn. Ongeveer 46 procent van de Vlaamse woningen telt één bouwlaag. Bij renovatiewerken en vervangende nieuwbouw moet het mogelijk worden het aantal bouwlagen te verhogen. De VCB betreurt het dat sommige steden in bepaalde wijken appartementsbouw verbieden. De laatste jaren worden in de grotere Vlaamse steden opnieuw woontorens opgericht, met name bij rivieren, havens, parken en verkeersknooppunten. Die evolutie moet onverminderd worden voortgezet. Maar zelfs in het uiterst gunstige scenario van meer woontorens, van een versnelde stadsvernieuwing en van een verhoogd ritme van renovaties en vervangende nieuwbouw, zal het altijd nodig blijven onbebouwde bouwgronden aan te snijden, ook in de woonuitbreidingsgebieden die tot de 16,5 procent voor wonen bestemde oppervlakte behoren.

www.vcb.be