Investeringen dringen zich op, maar de financiële manoeuvreerruimte is klein. In de aanloop tot Eurofinish gaat de VOM op zoek naar antwoorden op de vele vragen van haar leden.

 

Herstel in zicht?

Bedrijven die zich specialiseren in oppervlaktetechnieken, behoren eigenlijk tot verschillende industriële branches. De ene onderneming hoort eigenlijk thuis in de metaalsector, de andere in de bouw en nog een andere verleent diensten aan bedrijven in verschillende sectoren. Die heterogeniteit verklaart meteen waarom het niet eenvoudig is uitspraken te doen die geldig zijn voor alle bedrijven die zich op oppervlaktetechnologieën toeleggen.

‘Voor een groot aantal van onze leden zijn de zaken stabieler maar missen we toch de hoogtes die we voor 2008 kenden. ' bevestigt Bert Van de Poel, voorzitter van de VOM. ‘Maar de situatie verschilt sterk per sector en per bedrijf. In 2008 zette de overheid bijvoorbeeld het mes in de bouwbudgetten en die maatregel heeft tot vandaag toe nadelige effecten op de omzetcijfers van VOM-leden die focussen op de bouwmarkt. In andere sectoren zijn de projecten die on hold werden geplaatst, nu opnieuw geactiveerd, maar dat houdt geen echte garanties in voor de toekomst. Zo zien installatiebouwers vandaag de vraag weer stijgen, voornamelijk vanuit de herstellingen. Wordt 2014 beloftevol zoals aangekondigd? Is herstel in zicht of blijft onze industrie kwetsbaar.'

Voor ondernemers is dit uiteraard niet zo'n uitzonderlijke situatie. Na iedere periode van economische recessie komt het herstel doorgaans aarzelend op gang. ‘Wat de huidige situatie wel bijzonder maakt, zijn de steeds strengere randvoorwaarden waaraan ondernemers moeten voldoen in die herstelperiode,' vervolgt Veerle Fincken, program manager VOM.

 

Keuzes maken

Door de hoge loonkosten in ons land gaat de uittocht van productiebedrijven naar landen met lagere lonen en gunstigere fiscale regimes onverminderd door. En hoe meer grote productiebedrijven wegtrekken, hoe minder toelevering vanuit onze KMO's. Tegelijk moeten we wel de loonlasten blijven dragen en blijft de energiekost hoog.

‘De overheid stuurt de ondernemers steeds meer richting energie-efficiëntie en duurzame, milieuvriendelijke productietechnieken,' zegt Albert Van De Poel. ‘Nieuwe productietechnologieën en doorgedreven automatisering kunnen inderdaad helpen de energiefactuur en de loonkosten te drukken, maar daar zijn wel nieuwe investeringen voor nodig en in de huidige onzekere omstandigheden staan ondernemers begrijpelijkerwijs niet te dringen om dat te doen.'

‘Wij zijn in een dubbele situatie terechtgekomen,' vult Veerle Fincken aan. ‘Enerzijds ziet iedereen wel in dat er best op nieuwe technologieën wordt ingezet om duurzamer en schoner te gaan produceren. Anderzijds moet alles ook steeds sneller, gevarieerder én goedkoper. Die twee vereisten zijn misschien niet elkaars tegengestelde, maar zij zijn wel erg moeilijk met elkaar te verzoenen in de gegeven omstandigheden.'

‘Ook de commerciële realiteit spoort slecht met de vereisten van energie-efficiëntie en duurzaamheid. Als je energiezuinig en milieuvriendelijk wilt produceren, moet je bijvoorbeeld streven naar een smaller kleurenpalet in lakstraten. Daar staat tegenover dat de markt vraagt naar steeds grotere kleurenkeuze. Een bedrijf dat maximaal aan die vraag wil voldoen, zal steeds kleinere partijen moeten gaan produceren, zal frequenter kleuren moeten wisselen en zal bijgevolg ook meer afval produceren en meer energie verbruiken.'

 

Van de andere kant bekeken

Vandaag is investeren in automatisering voor vele bedrijven een noodzakelijke maar dure keuze. ‘Het komt er vooral op aan het totale plaatje kritisch te bekijken. Zij willen natuurlijk wel gaan investeren in nieuwe activiteiten die hogere winstmarges bieden, maar vaak zien zij op tegen de hoge kostprijs of veranderingen die dit met zich meebrengt. In dergelijke gevallen is het vooral belangrijk alle mogelijke rendementen uit de betreffende investering te bepalen. Nieuwe technologieën zorgen doorgaans voor lagere milieukosten, zij sparen werk uit en drukken de energiefactuur. Een goede plek om nieuwe mogelijkheden te verkennen, is uiteraard Eurofinish, de Europese vakbeurs voor oppervlaktetechnieken.' Bovendien werkt VOM hard aan de sensibilisering voor het vakgebied. Oppervlaktebehandelaars stoten vaak op onbegrip bij hun klant bij het oplossen van moeilijke coatingproblemen. Klanten zijn zich niet bewust van de complexiteit van de technologie. Daarom dat VOM demonstraties en interactie op de beursvloer hoog in het vaandel voert. Het is altijd interessant de onbehandelde achterzijde of binnenkant te bekijken van een object dat een oppervlaktebehandeling heeft ondergaan. Daar valt doorgaans veel uit op te steken over de manier waarop de oppervlaktebehandelaar is te werk gegaan en bepaalde moeilijkheden heeft opgelost. De beurs laat zien wat er achter de nieuwe processen steekt. Wie over het muurtje van de eigen activiteiten heen kijkt, ontdekt sneller nieuwe mogelijkheden en kansen. Ook tijdens de seminaries is er aandacht voor samenwerking in de waardeketen.

Door Eurofinish samen te organiseren met Subcontracting zal ook extra aandacht besteed worden aan netwerking. Sprekende voorbeelden, concrete cases, realistische voorstellen en inspirerende contacten.

www.eurofinish.com