De oplopende inflatie heeft een grote impact op de verkoop van bouwmaterialen. Het West-Vlaamse Unilin, de Europese tak van de Amerikaanse vloerengigant Mohawk, ziet de vraag naar vloerproducten tot 30 procent kelderen. Unilin is gespecialiseerd in vloerbedekking, MDF- en HDF-platen en dakisolatie. ‘2021 was een absoluut recordjaar, omdat iedereen massaal aan het verbouwen sloeg. Een terugval was dus verwacht, maar hij is veel intensiever dan verwacht', zegt woordvoerder Sander Laridon in zakenkrant De Tijd.

Ook andere producenten van vloeren doen in de zakenkrant hun beklag. ‘De decoratie of renovatie van hun woning is het laatste waarvan mensen wakker liggen. De rem op de activiteiten in de bouw is enorm. Onze verkoop is met 25 tot 30 procent teruggevallen', vertelt Pieterjan Desmet, CEO van Decospan, producent van fineerplaten en parketvloeren Decospan. ‘Als de consument nog renoveert, dan is het om zijn woning te wapenen tegen de hoge energieprijzen en dus beter te isoleren.'

Stijgende kosten

Tegenover de dalende vraag staan de sterk gestegen prijzen voor gronstoffen en energie. ‘Ze zijn 300 tot 400 procent gestegen. In de grondstoffen voelen we dat redelijk direct, voor de energieprijzen gaat het druppelsgewijs, naarmate contracten moeten worden hernieuwd. De prijs van hout is verdrievoudigd, omdat mensen meer met hout verwarmen. Maar ook aan gas gelinkte chemische grondstoffen, zoals ammoniak, melamine en ureum, zijn duurder geworden. Ureum, het hoofdbestanddeel van onze lijmen, is goed voor een groot deel van de kosten van spaanplaten. We hebben de kosten deels kunnen doorrekenen door onze prijzen te verhogen, wat paradoxaal genoeg resulteert in een 12 procent hogere omzet in het derde kwartaal', wordt Laridon geciteerd.

In reactie op de gedaalde vraag en gestegen kosten neemt Unilin rigoureuze stappen. Het legt de fabriek in Wielsbeke waar QuickStep laminaatvloeren worden geproduceerd drie weken stil in de herfstvakantie en in de kerstvakantie. In de fabriek werken 1.100 mensen. ‘Een duizendtal kan terugvallen op tijdelijke werkloosheid onder het nieuwe stelsel van de energiecrisis. Ze behouden 70 procent van hun normale loon', aldus Laridon.