Onder andere door vakantiesluitingen en het onderhoud van machines vertraagt de staalmarkt traditioneel altijd wat aan het eind van ieder jaar en aan het begin van het nieuwe. Alhoewel de staalprijzen in het midden van december 2022 toch nog wat onder druk stonden, ziet Noviostaal de laatste dagen van december en de eerste weken van januari toch een overduidelijke kentering in de markt.
Staalproducenten zijn eind december op de markt teruggekeerd met hogere staalprijzen dan de periode ervoor. Vooralsnog ziet het ernaar uit dat ze dit prijsniveau vast kunnen houden en wellicht zelfs nog verder kunnen laten stijgen. Dit zou kunnen betekenen, dat door alle productiebeperkingen van de staalfabrieken afgelopen tijd, de spreekwoordelijke staalbodem inmiddels al is bereikt. Natuurlijk zullen de producenten er alles aan doen om dit nieuwe prijsniveau te behouden met als doel nog hogere staalprijzen in de toekomst.
COVID-19, energie uitdagingen, de oorlog in Oekraïne en het feit dat in China het nieuwe jaar pas vanaf over een paar dagen begint, zijn factoren die de staalprijzen absoluut kunnen beïnvloeden. De orderboeken van de fabrieken lijken echter vol te lopen voor Q1 2023, levertijden lopen uit, grondstofprijzen als ook de basisprijzen voor staal zijn aan het stijgen, handelaren lijken meer en meer te kopen, dus heel veel signalen dat de staalprijzen nog verder zullen gaan stijgen in de komende periode.
Traditioneel proberen de staalfabrieken bij aanvang van het nieuwe jaar een prijsverhoging door te voeren. In het StaalJournaal van vorige maand hintte Noviostaal daar al op, want er waren in december diverse signalen, waardoor een naderende prijsstijging niet uit te sluiten viel. Nu medio januari heeft het prijsniveau voor kwartaals- c.q. halfjaarlijkse contracten én op de spotmarkt zich inderdaad aanzienlijk opwaarts ontwikkeld . De grootste Europese staalproducent, ArcelorMittal, kondigde begin januari een minimum basisprijs voor warmgewalste coils aan van 760 euro per ton, voor koudgewalste coils 860 euro en verzinkt materiaal 880 euro. De meeste collega-producenten volgden dat beleid en pasten hun prijzen aan. En om met de deur in huis te vallen: nieuwe prijsverhogingen zijn binnenkort wederom niet uit te sluiten.
Als argumenten voor de stijging werden genoemd de hogere prijzen voor energie, ijzererts en schroot plus -naar men zegt- fors méér geboekte opdrachten. De markt is inderdaad behoorlijk opgeveerd en die conclusie wordt onderbouwd doordat fabrieken langere levertijden afgeven. Het besluit van de Europese marktleider moet overigens ook gezien worden in het kader van de onderhandelingen met de automobielindustrie. Overeengekomen prijzen zijn daarbij leidend voor de contracten in andere sectoren. Maar ook de marktsituatie in Azië is andermaal van invloed op de Europese markt.
De prijzen van vooral ijzererts, cokes en schroot vertonen sinds begin vorige maand een stijgende lijn. Hoewel er voor steenkool, een andere voor de staalproductie benodigde grondstof, nu nog slechts weinig meer betaald werd, wordt er voor ijzererts en cokes inmiddels ruim twintig procent meer gevraagd. De schrootprijs steeg met bijna 25 procent.
De aanname is dat ook steenkool binnenkort duurder gaat worden. Dit omdat door de verwachte toename van de staalproductie in China er meer van deze grondstof benodigd is. Weliswaar kan China nog steeds goedkoop steenkool uit de Russische Federatie verkrijgen, maar de gewenste hoeveelheden kunnen vanwege beperkte capaciteiten in de infrastructuur niet gerealiseerd worden. Noviostaal noemt dit "goedkoop" omdat Rusland vanwege de sancties veel van haar afzetmarkten niet meer kan beleveren en China hiervan handig gebruik gemaakt door haar inkoopprijzen verlaagd te krijgen, dat laatste overigens ook voor gas en olie. Maar door de eerdergenoemde beperkte transportmogelijkheden wordt het land nu wel gedwongen elders in de wereld te kopen. In dit geval met name in Australië, maar dan wel tegen andere condities, lees: hogere prijzen.
De effecten van dat laatste merken ook de Europese fabrieken en dus is dat voor hun een extra aanleiding binnenlandse prijzen te gaan verhogen. Daarbij worden ze stilletjes ook nog ondersteund vanwege de gestegen importprijzen, alsmede geringere invoerhoeveelheden. In de offertes van non-EU-leveranciers wordt bovendien over aanleveringen in april of mei geschreven, terwijl de meeste Europese fabrieken levertijden van (nog) maart en april aangeven. De vraag is natuurlijk of de nu verhoogde staalprijzen een verdere stijging zullen laten zien.
Daar is lastig een antwoord op te geven, aangezien in Europa de staalproductie nog steeds met capaciteitsbeperkingen worstelt. Wanneer gaan er weer lijnen, dus hoogovens en walsstraten, opgestart worden en blijft daarmee het nu fragiele evenwicht van vraag en aanbod nog wel enigszins overeind?
Andere factoren die de omvang respectievelijk de mate van de groei van de staalbehoefte kunnen beïnvloeden zijn economische ontwikkelingen, energiekosten, hogere of lagere rente respectievelijk inflatie, alsmede politieke stabiliteit in de diverse EU-lidstaten ofwel besluitvorming zoals stimulerende maatregelen en natuurlijk (-en helaas-) de oorlog in Oekraïne. De Europese fabrieken hebben overigens wel baat bij de handhaving van de vigerende importheffingen (Safeguards). De Wereld Handels Organisatie (WTO) had naar aanleiding van klachten, die diverse landen hadden ingediend, de EU gevorderd de vigerende importregeling en -heffingen meer in lijn te brengen met de geldende condities zoals door de WTO ooit opgesteld. De EU-Commissie kreeg daarvoor tot 16 januari 2023 de tijd om op deze klachten te reageren. De Commissie heeft haar standpunt onlangs bekend gemaakt en is van mening middels een ingebracht amendement wel te voldoen aan de criteria van de WTO zonder daarbij inhoudelijk de huidige regeling te hoeven wijzigen dan wel geheel in te trekken. Dit natuurlijk zeer tot teleurstelling van de naar de EU exporterende landen, zoals China en Turkije. De Europese staalmakers hoeven daarom niet bang te zijn voor nog grotere importvolumes tegen lagere prijzen dan die op de binnenlandse markt gelden. Punt van zorg voor de meeste staalmakers is vooral de hoogte van de energiekosten.
Vooralsnog lijkt het er volgens Noviostaal op dat een nieuwe ronde van prijsverhogingen eraan ligt te komen, hoewel sommige insiders van mening zijn dat een te snelle prijsverhoging contraproductief zal werken, omdat dit kopers zou kunnen afschrikken vanwege de diverse onzekerheden die hierboven zijn genoemd. Twijfels zijn er zeker, want er zijn ook deskundigen die denken dat de huidige golf aan orders, dus de actuele vraag, overschat wordt en daarmee een tijdelijke is. Het blijft speculeren, maar daarmee begint 2023 wel als een boeiend staaljaar.
De Turkse automobielsector is erin geslaagd het jaar sterker af te sluiten ondanks de talrijke uitdagingen veroorzaakt door de chipcrisis, bevoorradingsproblemen en torenhoge (energie) prijzen. De verkoop van personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen steeg met 6,2 procent op jaarbasis. De verkoop van personenauto's daalde weliswaar met 5,5 procent tot 592.660 stuks, maar dat werd gecompenseerd door een hogere verkoop van lichte bedrijfsvoertuigen (8,6% tot 190.623 eenheden).
Europa's grootste auto producerende land Duitsland zag een positief sentiment in de tweede helft van 2022, wat resulteerde in sterkere productie- en verkoopcijfers voor het hele jaar. De autoproductie steeg in 2022 in vergelijking met 2021 met elf procent tot 3,4 miljoen. Nog altijd bleef de productie van auto's 26 procent onder die van het jaar vóór de coronacrisis in 2019. De registratie van nieuwe auto's steeg in december met 38 procent tot 314.300 voertuigen vergeleken met dezelfde maand in 2021 en met één procent tot 2,7 miljoen auto's over heel 2022.
Volvo Cars (Zweden) meldde een stijging van ruim tweehonderd procent jaar-op-jaar stijging bij de verkoop van elektrische voertuigen in december tot 14.588 voertuigen, terwijl de verkoop over het gehele jaar toenam met 159,5 procent tot een totaal van 66.749 voertuigen.
De autobranche verwacht dat de vraag naar voertuigen zich dit jaar enigszins zal herstellen. De verwachting is echter dat het niet het niveau van vóór de covid pandemie zal bereiken. Belangrijke factoren die dit aankomende jaar zouden kunnen beïnvloeden zijn onder andere covid-19, de toeleveringsketen en wereldwijde onzekerheid.
Indicatieve basisprijzen per ton voor januari 2023
Warmgewalste coils € 720 - 760
Koudgewalste coils € 790 - 840
Sendzimir verz. coils € 830 - 870
Kwartoplaat € 925 - 980
© Vraagenaanbod.be |