Om voor het stelsel van tijdelijke werkloosheid in aanmerking te komen, moeten bedrijven tussen 1 april en 30 juni voor minimaal twintig procent tijdelijke werkloosheid hebben ingeroepen. Dat lijkt voor sommige maakbedrijven zeker het geval. De sector kende volgens de periodieke marktonderzoeken van technologiefederatie Agoria een sterke daling van de activiteitsgraad en een hoge mate van tijdelijke werkloosheid. Alhoewel de situatie in de tweede helft van april weer enigszins verbeterde tekende de technologiesector in mei voor een gemiddelde tijdelijke werkloosheid van negentien procent.

Minder kosten en verplichtingen

Aanvankelijk was door de overheid overwogen om het soepele regime van tijdelijke werkloosheid vanaf 1 september grotendeels af te schaffen. Enkel de horeca, de evenementen- en de reissector zouden nog op een zeer soepele manier werknemers kunnen laten thuisblijven met een uitkering. Bedrijven in andere sectoren zouden vanaf dan moeten werken met het ‘gewone' systeem van economische werkloosheid.

Belangenorganisaties waren fel gekant tegen deze plannen. Het gewone systeem van economische werkloosheid brengt meer kosten en verplichtingen met zich mee voor de werkgever. Zo moet onder andere voorzien worden in twee opleidingsdagen per maand. Ook werknemers zouden er op achteruit gegaan zijn. Bij het gewone systeem van economische werkloosheid ontvangen zij 65 procent van hun salaris, in het geval van de coronaregeling is dat zeventig procent.