Waar u op moet letten bij het buigen van aluminium platen


3 januari 2018
Auteur:
Lambert van de Schans
Ik krijg bijna dagelijks vragen over het buigen (of zetten) van aluminium platen. In veel gevallen wordt gevraagd naar een zetkwaliteit in combinatie met een legering. Maar ook de hardheid van aluminium platen is belangrijk bij het buigen van aluminium.
Het aluminium ENAW1050 H14, in de volksmond vaak ‘1S half hard' genoemd, wordt meestal gebruikt als zetkwaliteit. Ook in andere legeringen kunnen we echter zetkwaliteiten onderscheiden, zoals ENAW 5005 H14, ENAW 5754 (in H111 en H22) en ENAW 5083 (H111). Allemaal kwaliteiten die normaal te zetten zijn.

 

Uiteraard zijn er normen voor dit materiaal, waarin de aanbevolen buigradii worden vermeld. De buigradius is een richtwaarde, er kunnen geen rechten aan ontleend kunnen worden. In de praktijk wordt vaak met een kleinere radius gebogen, simpelweg omdat er  geen stempel voorhanden is met de benodigde buigradius. Vaak gaat dit goed, maar soms loopt dit verkeerd af. Dit heeft meestal te maken met de variatie in mechanische waarden. Je hoort dan vaak: 'het gaat altijd goed, maar nu niet.'

 

Welk van de genoemde kwaliteiten is nu de meest geschikte buigkwaliteit? We moeten eerst kijken naar de sterkte die het product nodig heeft: is de sterkte minder van belang dan voldoen de ENAW1050 H14 en ENAW 5005 H14 prima. Bij een hogere sterkte kunnen de andere kwaliteiten het beste ingezet worden. 

 

Het mooiste resultaat van de genoemde legeringen heeft de EN AW 5754 H111, hierbij vloeit het materiaal op een perfecte manier en geeft een zeer strak uiterlijk. Het oog wil ook wat natuurlijk.

 

Lambert van de Schans,

projectmanager aluminium

MCB Nederland

 
 
 
© Vraagenaanbod.be