Piet D'Haeyer, directeur van hogedrukgieterij Pedeo, merkt dat veel industriële ondernemers na de crisis niet meer durven te investeren. Zo'n houding is de achilleshiel van de West-Europese maakindustrie, vreest hij. Als je niet continu investeert, raak je achterop. Een oud machinepark uitmelken om vandaag competitief te zijn, betekent op lange termijn je eigen graf delven. Pedeo kiest daarom voor de vlucht vooruit. En dat legt het bedrijf tot nog toe geen windeieren.
Inspiratiebron
D'Haeyer is een van de Vlaamse ondernemers van het eerste uur die ingestapt zijn in het
Made Different project van Agoria en Sirris. Pedeo is een van de vijftig ondernemingen die de transformatie naar Factory of the Future doormaken. De jonge directeur-eigenaar, die vlak voor de crisis het oorspronkelijk door zijn grootvader gestarte bedrijf terugkocht van een investeringsmaatschappij, voelt zich vooral aangesproken door het denkkader. ‘Ik herken elementen die we bij Pedeo belangrijk vinden, zoals kostenefficiency, maar ook ecologisch werken, meer verantwoordelijkheden aan de mensen geven, netwerken. Voor mij is Factories of the Future vooral een inspiratiebron die bij het bedrijf en mijn geloof in de toekomst van de West-Europese maakindustrie past. Geen naïef geloof, maar een realistisch.' Wat hem met name aanspreekt in de aanpak, is dat er vanuit een toekomstvisie wordt gedacht en niet vanuit problemen, zoals bij een SWOT-analyse. ‘Het is een positief verhaal.' Hij hanteert in de transformatie niet enkel KPI's die je direct kunt herleiden tot omzet- en winstgroei. Alleen harde cijfers waar het transformatieproces toe moet leiden, zijn aan hem niet besteed. Hij wil een mooi Pedeo uitbouwen, dat met mooie producten op een mooie manier gemaakt in de markt opereert. ‘Pedeo wil het beste totaal aanbod bieden. Niet altijd de goedkoopste zijn.' De prijs is absoluut een belangrijk aspect, maar leverperformantie, productkwaliteit en service zijn dat net zo zeer, merkt hij dagelijks.
Brede aanpak
De bedrijven die transformeren naar een fabriek van de toekomst, kunnen dat doen op in totaal zeven gebieden. Pedeo heeft ervoor gekozen om met alle thema's aan de slag te gaan. Dat komt volgens D'Haeyer met name omdat men al met veel zaken bezig was. Maar ook omdat je het ene niet los kunt zien van het andere. Gelijktijdige product- en productie-ontwikkeling zit bijvoorbeeld in het Pedeo-DNA. Door al in een vroeg stadium met de klant mee te denken over het uiteindelijke productontwerp en het productieproces bij de klant, slaagt Pedeo erin om voor bepaalde hogedrukgietonderdelen goedkoper te zijn dan concurrenten uit lage lonen landen. Piet D'Haeyer: ‘Dat lukt omdat we verder dan het product kijken en naar het proces van de klant kijken. Door product en proces op elkaar af te stemmen, kunnen we voor de klant belangrijke kostenvoordelen realiseren en zijn we competitief.' In het verlengde hiervan ligt het opbouwen van een supply chain, waar Pedeo in toenemende mate actief mee is. Het creëren van netwerken. In plaats van dagenlang producten kris kras door Europa te transporteren, bouwt Pedeo aan een netwerk van partners in de regio. ‘Onze kerncompetenties zijn gieten en verspanen. Voor oppervlaktebehandeling zoeken we specialisten. Logistiek en assemblage zijn een ‘make or buy' beslissing: soms doen we dat intern, maar als er veel handenarbeid bij komt kijken, besteden we het uit.' Door de supply chain te organiseren en de regie te voeren, neemt Pedeo de klanten werk uit handen. Het bedrijf uit Oudenaarde heeft door deze aanpak nu al nieuwe klanten aangetrokken en effectief grote volumeseries weten binnen te halen. Essentieel is leverbetrouwbaarheid: van Pedeo richting de eindklant, van toeleveranciers richting Pedeo. Piet D'Haeyer zegt dat de partners in dezelfde league moeten spelen als Pedeo. Wat hem betreft, blijft Vlaanderen op dit vlak soms achter. ‘Als het netwerk niet meebeweegt in deze richting, hebben wij een handicap. Momenteel vinden we deze partners te weinig in Vlaanderen en moeten we wel over de grens kijken. Nederland kent bijvoorbeeld een zeer performante toeleveringswereld.'
Sociale innovatie
Intern betrekt D'Haeyer zijn medewerkers intensief bij de veranderingen, zonder heel expliciet over Factories of the Future te spreken. Hij geeft de mensen vrijheden om bepaalde zaken zelf op te pakken. Teams worden zelf veel meer verantwoordelijk voor hoe ze hun werk organiseren, hierbij ondersteund door moderne IT-systemen. Dat motiveert, merkt hij. In 2013 heeft Pedeo zwaar geïnvesteerd, onder andere in een datanetwerk door heel de fabriek, in een nieuwe ERP-systeem en een MES-systeem, in machines en toen kwam nog van de onderhoudsafdeling de vraag voor een 5-assige freesmachine. Piet D'Haeyer geeft toe zich soms wel eens zorgen te hebben gemaakt of zijn mensen al die projecten wel konden managen. ‘Maar het is gelukt, ik zie dat het motiveert. Ze gaan verder dan ik had durven hopen.' De onderhoudsafdeling heeft bijvoorbeeld zelf een oplossing gebouwd om de temperatuur van de machines te monitoren, zodat ze beter kunnen inschatten wanneer de machines onderhoud nodig hebben. Predictief onderhoud voorkomt machinestilstand en draagt bij aan een hogere leverbetrouwbaarheid en lagere kosten doordat onderhoud beter gepland kan worden.
Digitalisering
Om dit mogelijk te maken, zet Pedeo sterk in op digitalisering. Het datanetwerk, dat onlangs door de hele fabriek is aangelegd, is een basis om niet alleen de productie, maar bijvoorbeeld ook het energieverbruik te kunnen monitoren en conditiemonitoring van het machinepark toe te passen. Zaken die de leverbetrouwbaarheid ten goede komen, maar ook aansluiten op de ecologische transformatie die het bedrijf doormaakt. In dat kader is Pedeo bij de gietmachines overgestapt van koelen met olie naar koelen met water, wat een flinke energiebesparing oplevert. De ecologische voetafdruk wordt daarmee kleiner en tegelijkertijd verlaagt het de kosten. Piet D'Haeyer: ‘Veel van de investeringen zijn heus geen rocket science noch bijzonder innovatief, maar ze zijn wel een voorwaarde om naar een fabriek van de toekomst te transformeren. Kilometers datakabel rendeert niet, maar is wel een fundament voor de toekomst.' Het past allemaal binnen het integraal denken.
Ander stimuleringsbeleid
Piet D'Haeyer vindt een kritische opmerking over het stimuleringsbeleid in Vlaanderen hier op zijn plaats. De aanleg van een gescheiden datanetwerk in de fabriek is geen innovatie waarvoor de overheid geld beschikbaar stelt. ‘Maar de digitale snelweg in de fabriek is wel onlosmakelijk gekoppeld aan energie-, productie- en conditiemonitoring. Ze kosten in eerste instantie veel geld.' Daarmee wil hij niet meteen voor subsidies pleiten, want die zijn volgens hem aan kmo's als Pedeo niet besteed. Allereerst kun je als kmo amper door de bomen het bos zien als het om alle subsidieregelingen gaat. Ten tweede wegen de opbrengsten vaak niet op tegen de kosten van de complexe dossiers die samen gaan met de projectaanvragen. ‘Daarom loont het voor een kmo niet meer de moeite zo'n project in te dienen. We willen geen tijd verliezen met die programma's.' Beter is het daarom, denkt hij, directe subsidies af te schaffen en de totale lasten voor ondernemers te verlagen. ‘Er gaat nu teveel geld in de molen waarvan slechts een fractie op de plek komt waar het om gaat.' Dat kan het vertrouwen van ondernemers in de toekomst van de Vlaamse industrie een boost geven. Programma's zoals Made Different zijn wel nodig, vindt hij. Al is het maar om bedrijven bewust te maken van de noodzaak om te veranderen. Want het is vijf voor twaalf. ‘Hoe langer dat duurt, hoe groter de inhaalbeweging wordt die nodig is.'
Continu transformeren
Het transformatieproces bij Pedeo is nog niet afgerond. Piet D'Haeyer ziet eigenlijk geen eindpunt. ‘Het pad dat we bewandelen, leidt tot nieuwe inzichten en nieuwe aanpassingen. Het is een evolutie.' Ook in de toekomst zul je je als onderneming voortdurend moeten blijven aanpassen, is zijn overtuiging. Iedere onderneming kan hiermee aan de slag. De twee voorwaarden zijn dat je een duidelijke visie ontwikkelt en vertrouwen in de toekomst uitstraalt. ‘Naar alle stakeholders, ook de banken', aldus D'Haeyer. ‘Ere wie ere toekomt, ze zijn meegegaan in dit verhaal. Ze hebben ons altijd gesteund, niet zomaar, maar omdat ze onze lange termijn visie kennen en we voortdurend ook naar hen helder communiceren.' Als je zorgt voor een cultuur van openheid en je troeven op tafel legt, kun je ook vandaag de dag bij banken nog rekenen op steun. Mits je realistische vragen stelt en investeringen gefaseerd plant.