Dat stelt De Tijd. Wanneer Greensill Capital, destijds de grootste financier van Liberty Steel, in 2021 failliet gaat beginnen de problemen. Destijds was er sprake van zo'n zes miljard dollar schuld.  

 
De Waalse regering verstrekte destijds een lening aan Liberty Steel in Luik zodat de walserijen aldaar niet stil zouden vallen, waarmee zowel de productie als de werkgelegenheid in stand gehouden werden. Voorwaarde hierbij was dat beide fabrieken te koop werden aangeboden.

Liberty Steel koos er echter voor om de walserijen niet te verkopen, maar samen te brengen met die van Dudelange (LU) en de coil-verwerkingslijn van La Magone (IT) in Galiti in Roemenië. Hiermee moest de gehele staalproductie minder afhankelijk worden van ArcelorMittal, de belangrijkste leverancier van het basismateriaal voor de lijnen in België, Luxemburg en Italië.

 

In december 2021 wordt de herstructurering door de rechtbank in Luik bekrachtigd, hierbij gaan negentig banen verloren. Tevens draaien de fabrieken in Luik en Luxemburg op beperkte capaciteit. 

In juni 2022 volgt goed nieuws, door een akkoord met schuldeiser Greensill Bank krijgt Liberty Steel langer de tijd om de financiën op orde te brengen.

 

De afgelopen maanden was Liberty Steel steeds druk op zoek naar een koper voor de Luikse walserijen. ArcelorMittal, het Russische NLMK samen met Marcegaglia uit Italië en Liberty Steel zelf zouden allen een bod hebben uitgebracht. Alle drie de biedingen werden echter verworpen door de rechtbank. Het bod van Liberty Steel zou onvoldoende garanties bieden, de andere twee biedingen werden als discriminerend bestempeld. Een voorlopige bewindvoerder is aangesteld, wat de toekomst voor Liberty Steel erg onzeker maakt.