Zoeken
 
 

Gereedschapsmaker Melotte bereidt zich voor op herstel na corona


7 juni 2021
Auteur:
Jerom Rozendaal
In afwachting van economisch herstel smeedt gereedschapsmaker Melotte plannen voor de verdere vernieuwing van het machinepark. Ook het capteren van bestaande kennis op de werkvloer heeft prioriteit als wapen in de strijd tegen vergrijzing. De coronacrisis heeft er flink ingehakt bij Melotte en haar 45 personeelsleden. Het bedrijf uit Zonhoven zag de omzet van 6,3 miljoen euro in 2019 terugvallen naar 5,3 miljoen euro in 2020.

‘Een maand na corona waren we nog volop in productie, maar toen kwam de klad erin', vertelt Peter Perremans, directeur van Melotte. In het voorjaar ziet hij de business iets aantrekken, maar van een echt herstel is geen sprake. Een klein gedeelte van het personeel zit nog altijd in tijdelijke werkloosheid. Het bedrijf is gespecialiseerd in de productie van gereedschappen en hoogprecisie-onderdelen waarbij het gaat om enkelstuks of kleine series. Juist in haar specialiteit schuilt volgens Perremans het uitblijvende herstel. ‘Veel van onze stukken zijn onderdeel van investeringsgoederen en investeringen liggen op dit moment nog op een laag pitje.'

Het is volgens de zaakvoerder wachten op een hernieuwd vertrouwen bij zowel consument als investeerder. ‘Mogelijk dat de vaccinatiecampagne een steentje kan bijdragen bij het herwinnen van het vertrouwen. Als er meer vertrouwen is, komen de investeringen vanzelf weer op gang', zegt de Mechelaar die zijn hele carrière in de maakindustrie actief is en vier jaar geleden overkwam van technologiefederatie Agoria.

 

melotteEen medewerker van Melotte programmeert de Okuma draaibank met staafaanvoer. (Foto: Jerom Rozendaal)

 

Verkopers kiezen machine

De coronacrisis maakte een einde aan een lange periode van stabiele groei bij Melotte. De goede resultaten en vooruitzichten gingen de laatste vijf jaar gepaard met een investering rond de 2,5 miljoen euro in de aanschaf van nieuwe machines en technologieën. Zo kocht het in 2018 een draaibank met staafaanvoer en volgde een jaar later een nieuwe pendelfreesmachine. Afgelopen jaar verwelkomde het bedrijf een Studer S41 rondslijpmachine met automatische cobot belading.

De investeringen moeten het bedrijf toekomstbestendig maken, aldus Perremans die benadrukt dat het veelal vervangingsinvesteringen betreft met een meerwaarde. ‘We kijken naast de vervangende eigenschappen steeds naar de extra meerwaarde. Zo voldoet de draaibank met staafaanvoer om zoals voorheen onderdelen te draaien en te frezen, maar aanvullend kunnen we grotere series rendabeler afwerken.'

Vervolgens is het aan de verkopers om deze nieuwe eigenschappen aan de man te brengen, waarbij in eerste instantie naar het bestaande cliënteel wordt gekeken. Perremans geeft aan dat de commerciële medewerkers om deze reden dan ook een belangrijke rol spelen bij de aanschaf van machines. ‘Zij maken de inschatting of er vraag is naar de bijkomende karakteristieken van de machine.'

 

melotte De Studer S41 rondslijpmachine met automatische cobotlading werd vorig jaar in gebruik genomen en laat ook het slijpen van nokken toe. (Foto: Jerom Rozendaal)

 

Van matrijzen naar Picanol

In de loop der jaren heeft Melotte een zeer uitgebreide cliënteel opgebouwd in diverse sectoren. Van de farmaceutische industrie, tot de petrochemie, machinebouwer, voedingsindustrie en kunststofverwerkers. Door deze veelzijdigheid kan het haarfijn aanvoelen welke sector het meeste te lijden heeft onder corona. Perremans: ‘De automotive en de vliegtuigindustrie plaatsen geen bestellingen meer, terwijl de farmacie duidelijk in de lift zit.'

In haar 51-jarige bestaan heeft Melotte, hoe gek het ook mogen klinken, grotere crises meegemaakt dan de huidige. Aanvankelijk richtte het constructiebedrijf, dat in 1970 werd opgericht door de familie Melotte, zich op de productie van matrijzen. Toen de spuitgieterijen in de jaren tachtig massaal naar Azië verhuisden, was Melotte gedwongen andere markten aan te boren. In 1990 nam Picanol het familiebedrijf over. De producent van textielmachines schakelde de gereedschapmakerij in voor de productie van onderdelen voor mechatronische systemen.

Dertig jaar later is Picanol nog maar goed voor een beperkt gedeelte van de omzet en moet de dochteronderneming haar eigen broek ophouden. Toch speelt het moederbedrijf op de achtergrond vaak een belangrijke rol. Dat bleek bijvoorbeeld bij de aanschaf van de rondslijpmachine waarop ook nokken geslepen kunnen worden. ‘Deze toepassing is interessant voor Picanol', aldus Perremans.

Vergrijzing grootste bedreiging

De coronaterugval is overigens niet de grootste zorg van het bedrijf, vertelt Perremans. ‘Onze grootste uitdaging voor de komende jaren in het verankeren van onze maakkennis.' Een derde van het technische personeel bij Melotte nadert de pensioengerechtigde leeftijd en moet binnen vijf jaar vervangen worden door nieuwe medewerkers. ‘En de spoeling op de arbeidsmarkt is dun. De scholen leveren te weinig specialisten af en het werk wordt niet sexy gevonden door de jeugd.'

Waar Melotte normaal met het aantrekken van stagiairs probeert technisch potentieel te scouten, stond het contact met hoge scholen en universiteiten vorig jaar op een laag pitje. Door het risico van coronabesmetting had het bedrijf ervoor gekozen geen stagiairs aan te nemen. ‘Ik merkte toch wat ongerustheid bij het personeel en als zaakvoerder is het mijn taak om de veiligheid van het personeel te waarborgen', aldus Perremans. Om te voorkomen dat met het vertrek van de meest ervaren werknemers ook de kennis verloren raakt, is Melotte recentelijk een samenwerking aangegaan met Manual.­to. Deze start-up uit West-Vlaanderen verwerkt video's en foto's in een digitale instructietool. ‘Met deze tool kan de aanwezige kennis gecapteerd worden. Medewerkers die vastlopen op een bewerking kunnen later een beroep doen op deze tool', aldus Perremans. Sommige stukken moeten tot vijftien bewerkingen ondergaan en vakmanschap speelt een belangrijke rol. 

Vernieuwing machinepark

Parallel aan het capteren van de aanwezige kennis gaat ook het up-to-date houden van het machinepark door. Momenteel heeft het bedrijf een nieuwe draadvonker in bestelling. Deze machine is uitgerust met een bijkomende rotatietafel. Hierdoor verruimt het type producten die op een economisch rendabele manier via het draadvonken kunnen gemaakt worden. De volgende machine op het verlanglijstje is een vlakslijpmachine. ‘De bestaande is dertig jaar oud en heeft geen omkapseling zoals de moderne varianten wel hebben. Door het ontbreken van deze omkapseling kunnen we vandaag grotere onderdelen slijpen dan op een gelijkaardige moderne variant. We zijn nu aan het bekijken welke grootte we nodig hebben. Hoe groter de machine, hoe duurder ook de machine.'

De slijpafdeling van Melotte bevindt zich aan het uiteinde van de productiehal. Het atelier is ingericht volgens de gangbare workflow van de stukken. Aan de andere kant van de slijpers vormt een vijfassige freesmachine het begin van de fabriek. De vijf assen zorgen ervoor dat complexe onderdelen gemaakt kunnen worden zonder extra opspanningen. ‘En hoe minder opspanningen hoe hoger de nauwkeurigheid', aldus Perremans die benadrukt dat voor sommige stukken maar een afwijking van maximaal 1 micron getolereerd wordt.'

Ondanks de coronaterugval ziet de directeur van Melotte de toekomst rooskeurig in. 'De markt zal ooit weer herstellen en dan komt een inhaalslag op gang. Dan zal je zien dat we moeilijkheden hebben het werk bij te benen met onze huidige groep.'

Dertien jaar geleden heeft Melotte ook de overstap gemaakt naar 3D-metaal printen en was daarmee een van de pioniers in de Benelux. Inmiddels is de markt enorm geëvolueerd, geeft Perremans aan. Waar het bedrijf zich in het begin nog richtte op de productie van consumentengoederen, zoals brillen en tandprotheses, worden de 3D-printers nu eerder ingeschakeld bij de productie van hoogprecisie onderdelen.

De 3D-printers werken inmiddels aanvullend op het bestaande machinepark. ‘Sommige stukken kun je met de gangbare metaalbewerkingsmachines niet bouwen of ze bestaan uit zo veel componenten dat 3D-printen een alternatief is', aldus Perremans die toegeeft dat het een dure productiemethode betreft. ‘De machine is duur in aanschaf en het printen kost erg veel tijd.' Tijdens ons interview werkt de 3D-printer, die in 2018 werd aangeschaft, aan de productie van 21 stukken. Hiervoor is in totaal 120 uren voorzien.
 
print deze pagina
 

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit artikel.

Hier kunt u een reactie plaatsen bij het bericht .
Uw e-mailadres zal niet op de website worden getoond.
Uw naam *
Uw E-mail *
Uw bericht *
 
 

Nieuws

 
 
 

Focus op bedrijven

meer...
Links Rechts
 
 

Uw product of dienst in de kijker?

Redenen om te adverteren:
   
 1. 
Onafhankelijke site en nieuwsbrief met een unieke redactie
 2. 
Bereikt brede doelgroep door verspreiding in gehele maakindustrie
 3.  Verzekert u van doeltreffend bereik bij duizenden zaakvoerders, productie- en aankoopverantwoordelijken
 4.
U kunt zich met een aantrekkelijke korting ook in de Nederlandse maakindustrie profileren