Zoeken
 
 

Steeds meer aanvoerproblemen in bouw en industrie


28 april 2021
Het omzetverlies van de Belgische ondernemingen als gevolg van de coronacrisis is slechts licht toegenomen, van negen procent in maart tot tien procent in april. Zeker in de bouw en de industrie verschuift de focus ondertussen meer en meer naar de aanbodproblemen. De verwachtingen ten aanzien van de omzet voor 2021 en 2022 blijven overwegend stabiel.

Dat blijkt uit de nieuwe ERMG-enquête bij de Belgische ondernemingen, die begin vorige week werd afgenomen. De investeringen van grote ondernemingen worden relatief minder geraakt door de coronacrisis, terwijl de vragen naar het verloop van specifieke investeringscategorieën in 2021 vooral de impact van veranderende arbeidsprocessen en meer bepaald telewerk tonen.

De enquête was de twintigste in een reeks enquêtes die sinds maart 2020 worden gehouden om na te gaan welke impact de coronacrisis en de beperkende maatregelen hebben op de economische bedrijvigheid en op de financiële gezondheid van de ondernemingen. In totaal namen 3 334 ondernemingen en zelfstandigen deel. De enquête van april werd afgenomen tussen 19 en 21 april. De resultaten weerspiegelen dus nog niet de opheffing van de maatregelen sinds 26 april, noch de beslissingen van het Overlegcomité van 23 april over de geplande versoepelingen.

 

Verslechtering omzet

Rekening houdend met de grootte van de ondernemingen en met de sectorale toegevoegde waarde, rapporteren de bevraagde ondernemingen een daling van hun huidige omzet met tien procent ten opzichte van de normale waarde. Dat komt neer op een lichte verslechtering ten opzichte van de enquête van maart.

 

Terwijl de vraag een sterk herstel vertoont, wordt in bepaalde branches van de industrie (computers, elektronische en optische producten, machines en elektrische apparatuur, meubels en transportapparatuur), alsook de bouw en de groothandel sinds februari in stijgende mate naar toeleveringsproblemen verwezen als oorzaak voor de omzetdaling. Dit wordt gemeld door nu al meer dan 25 procent van de respondenten in deze bedrijfstakken en houdt allicht verband met de wereldwijde tekorten aan bepaalde intermediaire inputs, zoals halfgeleiders, maar wellicht ook met de enorme vraag naar en de vertragingen in het zeecontainertransport. In de industrie en vooral de bouw ligt overigens ook het aantal respondenten (met respectievelijk 7 en 12%) dat een personeelstekort vermeldt als reden voor het omzetverlies duidelijk hoger dan het nationale gemiddelde (5%). 

 

Voor het hele jaar 2021 verwachten de bevraagde ondernemingen dat de verkoop acht procent lager zal liggen dan wat het geval zou zijn geweest zonder coronacrisis, terwijl het verlies in 2022 nog drie procent zou belopen. Die percentages zijn vergelijkbaar met die van de enquête van maart. Ook het aandeel van de respondenten die verwachten tijdens de komende zes maanden failliet te gaan, is relatief stabiel gebleven op zowat vijf procent in april.

Werkgelegenheid

De door de ondernemingen gerapporteerde verwachte verandering van hun aantal werknemers in 2021 toont nu een nettodaling met 0.2 procent, wat overeenkomt met 6 000 werknemers. Dat is een verslechtering ten opzichte van de enquête van maart, toen er een globale stijging met 14 000 werknemers verwacht werd. Het totale cijfer verbergt evenwel sterke verschillen tussen de bedrijfstakken. Terwijl het aantal werknemers met meer dan tien procent zal afnemen in de zwaarst getroffen bedrijfstakken, wordt dit grotendeels gecompenseerd door een nettotoename van het aantal werknemers in enkele grote bedrijfstakken, met name de ondersteunende diensten, de industrie, de bouwnijverheid en de bedrijfstak informatie en communicatie. De uiteindelijke impact op de werkgelegenheid zal evenwel ook afhangen van het succes waarmee het arbeidsmarktbeleid transities tussen bedrijfstakken zal kunnen faciliteren.

 

Investeringen

Gemiddeld beschouwd gaan de bevraagde ondernemingen ervan uit dat hun investeringen als gevolg van de coronacrisis in 2021 en 2022 respectievelijk negentien en dertien procent lager zullen zijn, dat is een lichte verslechtering ten opzichte van maart. De verwachte daling van de investeringen ten opzichte van de normale waarde is evenwel veel beperkter voor de ondernemingen met meer dan vijftig  werknemers in dienst, namelijk gemiddeld -negen procent in 2021 en -vijf procent in 2022 (tegen gemiddeld -25 procen en -zeventien procent voor de ondernemingen met maximaal vijftig werknemers in dienst). Dat kan te maken hebben met het kleinere omzetverlies, de ruimere financiële reserves en de diversiteit van financieringsbronnen van de grote ondernemingen.

 
print deze pagina
 

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit artikel.

Hier kunt u een reactie plaatsen bij het bericht .
Uw e-mailadres zal niet op de website worden getoond.
Uw naam *
Uw E-mail *
Uw bericht *
 
 

Nieuws

 
 
 

Focus op bedrijven

meer...
Links Rechts
 
 

Uw product of dienst in de kijker?

Redenen om te adverteren:
   
 1. 
Onafhankelijke site en nieuwsbrief met een unieke redactie
 2. 
Bereikt brede doelgroep door verspreiding in gehele maakindustrie
 3.  Verzekert u van doeltreffend bereik bij duizenden zaakvoerders, productie- en aankoopverantwoordelijken
 4.
U kunt zich met een aantrekkelijke korting ook in de Nederlandse maakindustrie profileren