Dat concludeert De Tijd na een rondvraag bij diverse bouwbedrijven. Offertes zouden soms vijf tot tien procent lager liggen dan voor het begin van de coronacrisis. In Nederland gaat het zelfs al om vijftien procent. De lage prijzen manifesteren zich met name bij overheidsopdracten en de niet-woningbouw. Ook worden orders binnengehaald in andere gebieden dan gebruikelijk. Waar bouwbedrijven zich vroeger met name richten op de grote projecten, worden kleinere opdrachten nu ineens ook interessant.

Er komen nu belangrijke maanden aan voor de bouwsector. Tussen 15 augustus en 15 november worden de meeste openbare aanbestedingen gedaan. De hoop is dat lokale overheden niet te veel willen besparen op investeringen. Overigens zijn er ook bedrijven die begin dit jaar al een goed gevuld orderboek hadden, waardoor zij deze tijd zonder al te veel zorgen doorkomen. Zo lijkt de klassieke woningbouw niet vatbaar voor de prijsstijgingen, doordat er vaak sprake is van langetermijncontracten. Ook zijn er de afgelopen tijd veel bouwvergunningen afgeleverd.