Het onderzoek van Manpower brengt de aanwervingsintenties voor het derde kwartaal in kaart ten opzichte van het tweede kwartaal. Het verschil tussen het percentage werkgevers dat aangeeft werknemers in dienst te zullen nemen (11 procent) en het percentage dat werknemers wil ontslaan (16 procent) bepaalt de netto tewerkstellingsprognose. Deze ligt dus op - 5 procent voor België, het laagste peil sinds 2003.

Maakindustrie toont plusje

Opvallend is wel het verschil tussen de sectoren. Van de 461 Belgische bedrijven die Manpower eind april ondervroeg, bleek de horeca het somberst gestemd ten aanzien van het derde kwartaal. De sector noteert - 15 procent. De maakindustrie daarentegen toont, net zoals de bouw en transport, een plusje: +3 procent.

De cijfers suggereren volgens Manpower mogelijk de trend dat de maakindustrie sneller heropstart dan andere sectoren. Manpower stelt ook fabrieksarbeiders te werk bij maakbedrijven. Philippe Lacroix, Managing Director van ManpowerGroup BeLux, zegt dat de activiteiten van de groep in april met 45 procent gekelderd zijn. ‘De laatste drie weken zien we terug een toename van onze activiteit. We zitten nu aan een verminderde activiteit van 22 procent.'

Positiever dan andere landen

De Belgische werkgevers zijn overigens minder negatief gestemd dan de meeste van hun collega's in het buitenland. Mogelijk dat het systeem van tijdelijke werkloosheid hier de verklaring voor is. De uitzendonderneming voerde het onderzoek uit onder 12.500 werkgevers in 26 landen. In het Verenigd Koninkrijk werd een tewerkstellingsprognose van -12 procent genoteerd en in Frankrijk -11 procent. Nederland was met -4 procent iets positiever.

Ook zijn de Belgen positiever over de snelheid van het herstel. Zeven op de tien Belgische werkgevers verwacht dat ze binnen 12 maanden hetzelfde aanwervingspercentage zullen behalen als vóór de coronacrisis. In 16 van de 22 bevraagde landen zijn de prognoses negatiever.