Dit blijkt uit een rondvraag door Agoria onder 190 technologiebedrijven waarvan de resultaten begin deze week gepubliceerd werden. Tevens komt hieruit naar voren dat tachtig procent van de werknemers in de maakindustrie tijdelijk werkloos is. De technologiefederatie Agoria bevroeg in de periode 20 tot 26 maart 190 lidbedrijven die samen 27 procent van de werkgelegenheid en 31 procent van de omzet in de technologische sector vertegenwoordigen. Het merendeel van de ondervraagden is actief in de industrie, maar ook bedrijven in de dienstensector en groothandel werden geraadpleegd.

Omzet Belgische economie gehalveerd

Uit de rondvraag blijkt dat Belgische bedrijven gemiddeld 49,7 procent van hun omzet behalen ten opzichte van drie weken geleden, voor de uitbraak van de coronacrisis. De verschillen tussen sectoren zijn groot. De sector van materialen, zoals producenten van non-ferrometalen, gieterijen en fabrikanten van metaal, is beduidend minder hard getroffen en behoudt 73,2 procent van het normale omzetcijfers. Agoria verklaart dit doordat deze bedrijven te maken hebben met volcontinu productieprocessen die moeilijk stilgelegd kunnen worden zonder schade toe te brengen aan het productieapparaat. Deze bedrijven behoren daardoor tot de essentiële sectoren.

Ook de digitale en telecomsector komen er met 66,1 procent omzetbehoud redelijke ongeschonden vanaf. Met thuiswerken slagen deze sectoren erin de werkzaamheden gaande te houden. ‘Voor bepaalde activiteiten in de maakbedrijven is thuiswerken vaak geen optie. Iemand moet bijvoorbeeld toch de machine bedienen', stelt Ben Van Roose, bij Agoria verantwoordelijk voor de maakindustrie.

Het is één van de redenen waarom de maakbedrijven tot de hardst geraakte sectoren behoren van België en hun omzet met 85 procent zag dalen de afgelopen weken. ‘De schade varieert sterk per sector en product', benadrukt Van Roose. Hij stelt dat sommige sectoren nog redelijk overeind blijven. Andere sectoren krijgen huis hardere klappen. Uit het onderzoek van Agoria blijkt dat de luchtvaartsector nog maar op 7 procent van haar normale kracht draait.

Tachtig procent van de werknemers in de maakindustrie is momenteel tijdelijk werkloos. (Foto: Agoria)

Tachtig procent tijdelijke werkloos

Volgens Van Roose is de schade in de maakindustrie extra groot omdat deze niet tot de essentiële sectoren gerekend wordt, waardoor er strengere maatregelen gelden om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Kort na de uitbraak van het coronacrisis sloten tal van maakbedrijven hun fabrieken omdat zij de regels rondom social distancing niet konden waarborgen.

Uit de enquête van Agoria blijkt dat 80 procent van de werknemers bij maakbedrijven op dit moment tijdelijk werkloos is. In andere sectoren is dit aandeel veel minder groot. Om dit in perspectief te plaatsen: volgens eerdere schattingen van de Vlaamse overheid zijn er 184.000 werknemers actief in de maakindustrie bij 5.155 bedrijven. Dat zou betekenen dat er momenteel nog maar een kleine 40.000 werknemers in de maakindustrie actief zijn.

Behalve beperkende maatregelen door de coronabestrijding, spelen er volgens Van Roose nog een aantal zaken in het nadeel van de maakindustrie. ‘Sommige sectoren hebben een enorme daling van

de vraag gezien en aan de andere kant spelen er ook problemen aan de aanbodszijde. Doordat de lokale of internationale bevoorrading stokt, kan de productie niet voortgezet worden.'

Tegenover deze negatieve berichten uit de sector, zijn er overigens ook positieve geluiden te horen. Van Roose stelt, zonder daarbij namen te willen noemen, dat sommige maakbedrijven helpen bij initiatieven rond de productie van beademingsapparatuur en daardoor overuren draaien. Ook is er door Agoria leden beschermingsmateriaal beschikbaar gesteld aan ziekenhuizen, zoals handschoenen en mondmaskers. Hij vertelt dat er ook langzaamaan weer maakbedrijven bezig zijn met een heropstart van hun productie .