Met deze maatregelen wil de Belgische overheid het door het coronavirus geplaagde bedrijfsleven tegemoet komen. Ondernemingen moeten wel aantonen dat hun problemen een rechtstreeks effect zijn van het coronavirus. Dat kan bijvoorbeeld door aan te tonen dat bestellingen geannuleerd zijn, dat de omzet gedaald is of dat producten uit China niet geleverd worden.

De werknemers die tijdelijk werkloos worden, krijgen een vergoeding van zeventig procent van hun inkomen, in plaats van de normale 65 procent. Het Ministerie van Werk liet weten dat intussen al een honderdtal bedrijven tijdelijke werkloosheid wegens overmacht of om economische redenen hebben aangevraagd of gekregen, goed voor 1.500 tot 1.700 werknemers. Het systeem van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht geldt tot 30 juni 2020.

Uitstel of gespreide betaling

Een tweede grote maatregel van de regering in lopende zaken is een spreiding of uitstel van de betaling van belastingen als bedrijven betalingsmoeilijkheden ondervinden door het nieuwe coronavirus. ‘Het gaat dan om RSZ-betalingen en vennootschapsbelastingen', zegt minister van Financiën Alexander De Croo in Belgische media. ‘Ze mogen die spreiden of uitstellen, zonder dat ze een boete krijgen. We gaan de bedrijven niet over de kop laten gaan, als het duidelijk is dat het om een tijdelijk effect gaat.'

Tijdens eerdere crisissituaties, zoals bij terreuraanslagen en daarvoor nog de financiële crisis, werden er gelijkaardige maatregelen genomen door de Belgische overheid.