De naam is afgeleid van de term industriële symbiose, het verschijnsel waarbij bedrijven nevenstromen met elkaar uitwisselen en de afnemer het restmateriaal valoriseert. De overheidsinstelling OVAM, die het project financiert, wil zo de circulaire economie in België stimuleren.

De operationele taken binnen het project worden waargenomen door de onderzoeksinstelling Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). ‘Op het symbioseplatform ontmoeten vragers en aanbieders van materialen elkaar. Ze zoeken er samen naar hoogwaardige valorisatie van hun industriële afval- en nevenstromen', vertelt Yannick Dylst, projectleider bij VITO.

Langere geschiedenis met reststromen

Vlaamse instellingen zijn al langer bezig met industriële symbiose. Een eerste pilootproject vond plaats tussen 2012 en 2015. De partners tijdens die pilootfase waren Go4Circle, Essenscia, VITO en OVAM.

Met het online Symbioseplatform is het circulaire initiatief een nieuwe fase ingegaan, vertelt Dylst. Hij hoopt op deze manier meer vraag aan aanbod te kunnen verbinden. Om dit te bereiken wordt ook op andere manieren aandacht voor het project gegenereerd, onder andere via workshops en ledenwerving.
Eén van de gebruikers van het recent opgezette Symbioseplatform is Verimpex uit Brugge, dat afgedankte vliegtuigbanden gebruikt om deurmatten te produceren. ‘Via het online platform willen ze met meer aanbieders van vliegtuigbanden in contact komen', legt Dylst uit.