De Europese Commissie meldt dat de lidstaten België, Finland, Frankrijk, Duitsland, Italië, Polen en Zweden de komende jaren zo'n 3,2 miljard euro zullen verstrekken aan het project. De verwachting is dat hiermee nog eens 5 miljard EUR aan particuliere investeringen kan worden aangetrokken. Het volledige project zou volgens planning tegen 2031 moeten klaar zijn.

Bij het project zullen zeventien directe deelnemers betrokken zijn. Daarbij gaat het grotendeels om industriële spelers, ook uit het midden- en kleinbedrijf. Te denken valt aan Umicore, BWM, Solvay en BASF. Sommigen van de zeventien deelnemers zijn actief in meer dan één lidstaat. De directe deelnemers zullen niet alleen onderling nauw samenwerken, maar ook met meer dan zeventig externe partners zoals mkb-bedrijven en publieke onderzoeksorganisaties uit heel Europa.

Het project

Het ondersteunt de ontwikkeling van bijzonder innovatieve en duurzame technologieën voor lithium-ion-accu's (vloeibaar elektrolyt en vaste stof) die langer meegaan, sneller kunnen worden opgeladen, veiliger en milieuvriendelijker zijn dan de thans beschikbare accu's. Met dit project zijn ambitieuze en risicovolle O&O-activiteiten gemoeid die moeten zorgen voor state-of-the-art innovatie doorheen de hele waardeketen voor accu's: van ontginning en verwerking van grondstoffen, over productie van geavanceerde chemische materialen, ontwerp van accucellen en -modules en de inbouw daarvan in slimme systemen, tot recycling en hergebruik van gebruikte accu's.

De innovatie zal ook specifiek inzetten op het verbeteren van de milieuduurzaamheid in alle segmenten van de waardeketen van accu's. Een en ander moet zorgen voor een kleinere CO2-voetafdruk en minder afval bij de verschillende productieprocessen, maar ook voor milieuvriendelijke en duurzame ontmanteling, recycling en raffinage volgens de beginselen van de circulaire economie.

Financiering

De Europese Commissie heeft de 3,2 miljard euro aan financiering uitgesplitst per land. Zo heeft België toestemming gevraagd voor subsidies van zo'n tachtig miljoen euro, Finland voor dertig miljoen, Frankrijk voor 960 miljoen, Duitsland voor 1,25 miljard, Italië voor 570 miljoen, Polen voor 240 miljoen en Zweden voor vijftig miljoen euro. Wanneer het project meer netto-opbrengsten oplevert dan verwacht, zullen de bedrijven een deel van het geld dat zij van de belastingbetaler hadden gekregen, teruggeven aan de betrokken lidstaten.
 
In onderstaande afbeelding van de Europese Commissie is te zien welke bedrijven aan welke (deel)projecten meewerken.