De export naar China steeg in dezelfde periode met slechts 0,6 procent tot 9,72 miljard euro, China is daarmee goed voor 10,4 procent van de totale export. 'De ontwikkelingen in China zijn niet verrassend, want de industriële productie groeit even langzaam als in 2002', legt Wiechers uit.
Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk behielden de tweede plaats. Vooral voor Frankrijk was de exportgroei in de eerste zes maanden positief (plus 6,8 procent tot 6,26 miljard euro). Met name het tweede kwartaal van 2019 had daarentegen een negatief effect op de exportactiviteiten met Groot-Brittannië, met als gevolg dat de machinebouw tussen januari en juni een daling van de export van min 1,7 procent tot 3,85 miljard euro liet optekenen.
In het eerste kwartaal noteerde de sector een plus van 8,8 procent in de export naar het Verenigd Koninkrijk. 'Nu toont de Brexit zijn onaangename gevolgen. Aan het begin van het jaar werden veel orders uit Groot-Brittannië naar voren gebracht om dreigende handelsbelemmeringen te voorkomen', zegt de hoofdeconoom van de VDMA. 'Hier is nu een einde aan gekomen. En ook de confronterende koers van de Italiaanse regering is niet zonder gevolgen.' Ook de export naar Italië kromp in de eerste zes maanden van het jaar met 5,9 procent tot 4,03 miljard euro.
Er zijn nog geen reacties op dit artikel.
1. | Onafhankelijke site en nieuwsbrief met een unieke redactie |
2. | Bereikt brede doelgroep door verspreiding in gehele maakindustrie |
3. | Verzekert u van doeltreffend bereik bij duizenden zaakvoerders, productie- en aankoopverantwoordelijken |
4. | U kunt zich met een aantrekkelijke korting ook in de Nederlandse maakindustrie profileren |