Traditioneel gebeurt de productie van geneesmiddelen volgens een ‘batchproces', een productiewijze waarbij telkens een afgeronde partij of hoeveelheid van een product wordt gemaakt.

'Het belangrijkste voordeel van een batchproces is de mogelijkheid om de kwaliteit van het product te controleren zowel tussen de verschillende productiestappen als op het einde van de productie', zegt Dirk De Smaele, wereldwijd hoofd van Small Molecule Pharmaceutical Development bij Janssen. 'Maar de vele tussenstappen en controlemomenten maken het batchproces ook traag en inefficiënt.'

Naar continue productie 

Daar komt nu verandering in. Dankzij de integratie van verschillende productietechnologieën en de introductie van de allernieuwste meettechnologieën in de continue productielijn, zijn ingenieurs en wetenschappers van Janssen, de Universiteit van Gent en Rutgers University (VS) erin geslaagd een totaal nieuw productieproces te implementeren. 'Hierdoor zijn tijdens ontwikkeling substantieel minder grondstoffen nodig, kan de totale doorlooptijd gehalveerd worden en kan de kwaliteit van het product continu kan worden gemeten en opgevolgd', aldus De Smaele. 

Standaard voor de toekomst 

Na initiële successen in de commerciële productie, heeft Janssen beslist om voluit in continue productietechnologie te investeren als standaard voor de toekomst. 'We zijn dan ook erg tevreden dat naast de investeringen in Puerto Rico en Italië ook 21 miljoen euro wordt uitgetrokken voor een continue productielijn op de Janssen Campus in Beerse', reageert Stef Heylen, managing director van Janssen Pharmaceutica. 'Daarmee bevestigen we onze zeer belangrijke positie binnen de wereldwijde Johnson & Johnson groep.' 

De continue productielijn in Beerse werd intussen uitgebreid getest en in gebruik genomen. Een eerste product werd succesvol geproduceerd en wordt momenteel reeds gebruikt in een klinische studie. 

www.janssen.com/belgium