In weerwil van economische en geopolitieke onzekerheid blijft het Limburgse bedrijfsleven opvallend investeringsgezind. Liefst 84 procent van de ondernemingen plant in 2025 nieuwe investeringen. Dat blijkt uit het tiende investeringsrapport van Unizo Limburg en VKW Limburg.

Vooral productiviteitsverbetering, efficiëntie en groeiplannen drijven bedrijven tot actie. Maar de remmen blijven niet uit: hoge loonkosten en personeelstekort zetten de investeringsgoesting stevig onder druk.
Meer bedrijven investeren méér
Bijna drie op de tien Limburgse bedrijven willen volgend jaar méér investeren dan in 2024. Slechts één op de vijf draait de kraan terug. Het saldo van bedrijven die zwaarder investeren is daarmee gestegen van nul naar zeven procent. Vooral productiebedrijven en groothandelaars voelen een sterke investeringsnood: in die sectoren plant meer dan negentig procent investeringen. Middelgrote en grote bedrijven (vanaf vijftig werknemers) tonen zich het meest bereid om geld vrij te maken, al laat één op de zeven bedrijven weten helemaal niet te zullen investeren. Bij kleine bedrijven en in de detailhandel loopt dat aandeel zelfs op tot één op de vier.
Brede investeringswaaier
De bestedingsdoelen zijn uiteenlopend. Opleiding (tachtig procent) en marketing (zeventig procent) staan bovenaan. Daarnaast investeren twee op de drie bedrijven in software en digitale toepassingen. Strategie, innovatie, hardware en machines vormen eveneens populaire investeringspistes. De helft van de bedrijven geeft geld uit aan rollend materieel. Eén op vier breidt zijn bestaande vestiging uit of verbouwt. Evenveel bedrijven kijken uit naar een extra locatie.
AI wint terrein
Artificiële intelligentie wint snel aan belang als investeringsfocus. Acht op de tien bedrijven zien duidelijke voordelen in AI-toepassingen, tegenover zes op de tien twee jaar geleden. In de dienstensector en de groothandel is AI voor ruim vier op de tien ondernemingen zelfs een speerpunt geworden. De technologie draagt volgens hen bij aan optimalisatie van producten, diensten en processen.
Eén op vijf investeringen levert jobs op
Investeringen resulteren niet zelden in extra werkgelegenheid. Eén op de vijf investerende bedrijven verwacht bijkomende jobs te creëren. Toch is het potentieel niet onbeperkt. Veel bedrijven proberen via technologie en automatisering groei te realiseren zonder proportionele aanwervingen.
Een voorbeeld daarvan is Atelier Rebul. CEO’s Kris en Xander Gielen investeren jaarlijks tot één miljoen euro in hun ambitie om het meest herkenbare lifestyle-merk van de Benelux te worden. ‘Vandaag automatiseren we al meer dan vijftig procent van onze klantenservice’, stellen ze. ‘Technologie biedt ruimte voor schaalvergroting zonder exponentiële personeelsgroei.’ Toch verwachten ze tegen 2030 dertig nieuwe medewerkers, afhankelijk van de uitrol van hun retailnetwerk en de technologische evolutie.
Investeren ondanks hindernissen
Ondanks de investeringsdrang blijven er serieuze obstakels. De loonkost, die in België tot de hoogste van Europa behoort, wordt door zes op de tien bedrijven gezien als belangrijkste rem. Ook de economische onzekerheid en de krappe arbeidsmarkt spelen een grote rol. Andere drempels zoals administratieve lasten, geopolitieke spanningen en sociale onrust nemen eveneens toe.
In de productie en groothandel overweegt één op de vijf bedrijven daarom een (gedeeltelijke) delokalisatie van investeringen naar het buitenland.
‘Onzekerheid grootste vijand van investeringen’
Ruben Lemmens, gedelegeerd bestuurder van VKW Limburg, waarschuwt: ‘Onzekerheid is de grootste vijand van investeringen. Ze doet consumenten hun aankopen uitstellen en houdt bedrijven tegen om voluit de investeringskaart te trekken.’ Volgens Lemmens ligt de sleutel tot investeringszekerheid bij doortastend beleid. ‘Beleidsinitiatieven voor een soepelere arbeidsmarkt en eenvoudigere vergunningstrajecten zitten in de pijplijn, maar moeten dringend worden uitgevoerd. Andere fundamentele knelpunten, zoals onze automatische loonindexering en hoge energieprijzen, blijven onaangeroerd. Dat is onhoudbaar.’