De Belgische technologiesector krijgt een forse klap door nieuwe invoertarieven die de Verenigde Staten hebben ingesteld op goederen uit de Europese Unie. Naast bestaande heffingen op onder meer staal, aluminium en auto-onderdelen, geldt nu een algemeen invoertarief van twintig procent voor alle EU-goederen. Voor Belgische technologiebedrijven, die vorig jaar voor 5,5 miljard euro exporteerden naar de VS, betekent dit een extra kost van ruim een miljard euro.

De Verenigde Staten zijn, na de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk, de belangrijkste handelspartner voor Belgische technologiebedrijven. De nieuwe tarieven dreigen dan ook een stevige rem te zetten op de export. Maar de gevolgen reiken verder dan de directe uitvoer.
Ook andere grote Europese economieën zoals Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk zullen hun export naar de VS zien afnemen. Belgische bedrijven die leveren aan klanten in die landen, krijgen daardoor indirect te maken met verminderde vraag. De impact van de Amerikaanse beslissing kan zich dus snel door de hele keten verspreiden.
Oproep tot Europees antwoord
Technologiefederatie Agoria maakt zich zorgen over de directe én indirecte economische schade. CEO Bart Steukers roept de Europese Unie op om daadkrachtig op te treden: ‘We dringen aan om niet bij de pakken te blijven zitten. De EU moet nu sterk en gericht antwoorden met tegenmaatregelen en tegelijk een onderhandelde oplossing blijven nastreven.’
Agoria wil ook dat de EU haast maakt met het uitbreiden van haar netwerk van internationale handelsakkoorden. Steukers: ‘Als we nu snel een verschil willen maken, moeten we ook de akkoorden die klaar liggen om geratificeerd te worden, zo snel mogelijk goedkeuren.’ Hij wijst onder meer op de Mercosurlanden, India, Australië en Mexico als mogelijke nieuwe afzetmarkten voor Belgische technologie.