Toekomstige ingenieurs maken kennis met maakindustrie in Wilrijk

Vijftig ingenieursstudenten van onder andere de VUB, KU Leuven en Thomas More bezochten de productiesite van Atlas Copco Airpower in Wilrijk. Tijdens de Manufacturing Day maakten zij kennis met het werk van productie-ingenieurs in de maakindustrie. Door middel van rondleidingen, workshops en gesprekken met medewerkers kregen zij een goed beeld van wat er komt kijken bij industriële productieprocessen.

De studenten bezochten drie verschillende divisies van Atlas Copco: Airtec, Portable Air en Oil Free Air. In de fabriek van Airtec kregen zij onder meer te zien hoe mensen en technologie samenkomen op de werkvloer, met toepassingen van robots, cobots en automatisch geleide voertuigen. Bij Portable Air volgden ze het assemblageproces van mobiele compressoren, waaronder de elektrische E-air. In de divisie Oil Free Air namen ze zelf deel aan een montageworkshop, waarbij ze leerden hoe een methode-ingenieur de samenwerking op een assemblagelijn organiseert.

Tijdens elk onderdeel van het programma gingen de studenten in gesprek met manufacturing engineers die hun ervaringen deelden. ‘Manufacturing engineering evolueert razendsnel, en wij willen studenten laten zien dat er enorm veel mogelijkheden zijn in deze sector’, aldus Alain De Dauw, vice president HR Shared Services bij Atlas Copco.

Naast het technische luik was er ook ruimte voor informeel contact. Tijdens de lunch op het sportterrein van Atlas Copco, waar het bedrijf beschikt over een eigen chalet, konden studenten vragen stellen over de werkcultuur, internationale samenwerking en loopbaanmogelijkheden. Een cobotopstelling ter plaatse gaf hen de kans om ook buiten de fabriek actief met technologie aan de slag te gaan.

Toekomstgericht

Atlas Copco ziet de Manufacturing Day als meer dan een bedrijfsbezoek. ‘We willen het voortouw nemen in onze sector en jong talent inspireren en enthousiast maken voor een toekomst in de industriële wereld, een wereld vol technologie en wetenschap’, zegt De Dauw. Volgens hem is het belangrijk om de brug te slaan tussen theorie en praktijk, zeker in een sector waar innovatie en efficiëntie centraal staan.

De interesse bij studenten was groot, wat volgens De Dauw een positief signaal is. ‘We hopen dat de grote opkomst van vandaag betekent dat de interesse voor technische carrières in de lift zit, en dat kunnen we enkel toejuichen. Want de maakindustrie heeft een hoge nood aan talent met een passie voor techniek en technologie.’