
In het tweede kwartaal van 2017 bedroeg de productie van de non-ferrobedrijven 348.500 ton. Hoewel dat minder is dan het voorgaande kwartaal, blijft de productie wel op een hoog peil in vergelijking met de voorbije jaren.
Op jaarbasis wordt een daling van 3,6% genoteerd. Zowel de ruwe metalen (- 3,0%) als de halffabricaten (- 4,3%) gaan achteruit.
Productie in ton
Voor de ruwe metalen is de daling algemeen, met – 1,4% voor koper, – 5,4% voor lood en – 6,9% voor zink en zinkstof. De productie van zink en zinkstof benadert zowat haar laagste peil sinds 2014. De cijfers voor lood daarentegen blijven hoog, ondanks twee kwartalen van achteruitgang.
Bij de halffabricaten ontsnapt aluminium aan de neerwaartse tendens met een stijging van 4%, waardoor de productie een piek bereikt sinds 2014. De productie van koper (- 12,9%) en zink en lood (- 11,1%) is in het tweede kwartaal dan weer sterk afgenomen. Op langere termijn zijn de cijfers teruggevallen tot hun gemiddelde sinds 2014.
1000 ton |
Q2 2016 |
Q2 2017 |
% |
ALGEMEEN TOTAAL |
361,5 |
348,5 |
-3,6% |
RUW |
205,1 |
198,5 |
-3,0% |
Koper |
111,0 |
109,4 |
-1,4% |
Zink en Zinkstof |
51,9 |
48,3 |
-6,9% |
Lood |
38,9 |
36,8 |
-5,4% |
Edele metalen |
0,3 |
0,4 |
-19,7% |
Varia |
3,0 |
4,0 |
34,7% |
HALFFABRICATEN |
156,4 |
149,6 |
-4,3% |
Aluminium |
81,2 |
84,5 |
4,1% |
Koper |
73,4 |
63,9 |
-12,9% |
Zink-lood |
1,8 |
1,6 |
-11,1% |
Omzet stijgt opnieuw
De industriële omzet, die rekening houdt met de werkelijke facturatie aan klanten, is t.o.v. het eerste kwartaal met 2% gegroeid. Dit komt neer op een stijging van 18% op jaarbasis. Dit resultaat wordt echter versterkt door het zwakke peil dat in het tweede kwartaal van 2016 werd genoteerd.
De stijging wordt hoofdzakelijk verklaard door de verkoopprijzen, die met ongeveer 14% zijn toegenomen. De geleverde volumes zijn met 4% toegenomen t.o.v. het tweede kwartaal van 2016.
De verkoopprijzen volgen de metaalprijzen in hun klim. De koers in euro van de meeste non-ferrometalen lag nl. beduidend hoger dan in het tweede kwartaal van 2016. Net zoals in het eerste kwartaal van het jaar lieten zink (+ 40%) en antimoon (+ 49%) de grootste verschillen optekenen. Voor koper, lood, aluminium en tin bedroeg de stijging tussen 20% en 28%. De koers van nikkel, zilver en goud ging minder sterk vooruit, nl. met 5%.
Onzeker conjunctuurklimaat
Na een sterke verbetering van juni tot augustus is de NBB-barometer van de non-ferro in september abrupt ingezakt, waardoor de brutocurve zich opnieuw op een laag peil bevindt. De afgevlakte curve, die de basistrend weergeeft, is dan weer gestabiliseerd rond haar langetermijngemiddelde. De non-ferrobedrijven blijven dus vrij weifelachtig over de conjunctuur. Over verschillende maanden bekeken, is de toestand echter eerder neutraal. Bovendien is het verschil van de metaalkoersen t.o.v. hun peil in het derde kwartaal van 2016 nog altijd groot. Er wordt dan ook verwacht dat de omzet daardoor verder zal stijgen.