
Onlangs werd door VOM België een praktische gids voor een kwalitatieve poedercoating op aluminium gepresenteerd. De gids is bedoeld voor enerzijds de opdrachtgevers, constructeurs en architecten en anderzijds voor de coaters. Goede informatie-uitwisseling moet de kwaliteit van het eindproduct verhogen.
De gids is tot stand gekomen met medewerking van Aluminium Center Belgium, Estal Belgium en de werkgroep Aluminium van VOM België. Cyriel Clauwaert, directeur van het Aluminium Center, geeft aan dat er bij hen veel vragen binnenkomen over corrosie en legeringen van aluminium. Naast informatieverstrekking werkt men samen met het onderwijs, geeft men de aluminium guide uit en promoot men het materiaal aluminium in alle mogelijke toepassingen.
Er zijn veel legeringen van aluminium, ongeveer veertig gietlegeringen en 260 extrusielegeringen. Duurzaamheid wordt steeds belangrijker. Dat wordt ondersteund door nationale en internationale normen en zelfs wetgeving. Het CE-keurmerk stelt sinds kort ook eisen aan duurzaamheid. Er is voor België een klimaatkaart gemaakt die aangeeft welke regio welke klimaatklasse heeft.
Marc de Bonte, verbonden aan de universiteit in Leuven, lichtte tijdens de presentatie van de gids toe dat er veel verschillende legeringen bestaan. Men onderscheidt kneedlegering (gieten, walsen, persen, extrusie) en gietlegeringen. De eerste wordt meestal aangegeven door de letters AW of als het Europees is EN AW, gevolgd door een viercijferig getal. Het eerste cijfer geeft het hoofdelement aan, het tweede cijfer geeft een modificatie aan en de laatste twee getallen identificeren een specifieke legering binnen die reeks. Alleen in de 1xxx reeks geven de laatste twee getallen de zuiverheid aan.
Een gietlegering heeft een codering die begint met AA (Amerika) of AC (Europa), dan een driecijferig getal waarvan het eerste getal hetzelfde als bij de kneedlegering het belangrijkste element aangeeft. Dan volgen twee of drie cijfers en soms nog een punt en nog een cijfer. Legeringen in de 2, 6 en 7000 reeksen en gedeeltelijk in de 4000 reeks kunnen thermisch gehard worden. De 1, 3 en 5 reeks kunnen niet thermisch gehard worden. Hardheid gaat ten koste van de rekbaarheid en treksterkte. De warmtebehandeling wordt met letters en een cijfer aangegeven.
Er bestaan tabellen waarin alle coderingen met uitleg staan aangegeven. Elke legering heeft zijn eigen handige en minder handige eigenschappen. Voor gevelprofielen wordt meestal een legering 6060 of een variant daarvan gebruikt.
Het proces van poedercoaten begint bij een chemische voorbehandeling (ontvetten, beitsen, spoelen en conversielaag). Dan wordt het gedroogd en wordt er een laagje poeder op gespoten dat blijft zitten door elektrostatische lading van het poeder op een geaard oppervlak. Vervolgens gaat het product in de oven en wordt er gemoffeld waarbij het poeder versmelt en uithardt.
Bij het poedercoaten moet rekening gehouden worden met de afmeting, temperatuur, de bereikbaarheid van het materiaal bij het spuiten (ontwerp en kooi van Faraday), kantendekking en laagdikte (min 60 micron).