Core (Controlled Recycling) Business brengt kunststofrecyclage onder controle

Geplaatst door De redactie

‘Het gaat er om bedrijven te motiveren om recyclaten in te zetten als grondstof’, zegt Kurt Ghijsbrecht bij Febem -de Federatie van Bedrijven voor Milieubeheer- één van de initiatiefnemers van het Core -Controlled Recycling- Business transformatietraject dat begin februari in Groot-Bijgaarden onder grote belangstelling gelanceerd werd.

Sinds eind 2000 stijgt het gebruik van kunststofrecyclaat als grondstof voor nieuwe producten. In België wordt er zo’n 95 procent van de kunststoffen gerecupereerd maar nauwelijks een derde wordt ook écht gerecycleerd. Het overgrote deel wordt gewoonweg verbrand om er energie uit te halen. Ook het gemengde bedrijfsafval bevat nog steeds 20 procent dat gerecycleerd kan worden. Een groot deel daarvan is kunststofafval.

Het Core-Controlled Recycling- Business transformatietraject mikt op een optimaal en efficiënt inzetten van PP- en PE-recyclaten voor nieuwe industriële producten. Het project streeft naar een integraal beheer van de keten. Het wil de materiaalketens sluiten en zoekt een ‘gecontroleerde recyclage’ op te zetten die gerecycleerde materialen aanvoert om die in te zetten bij de productie van kunststoffen, textiel. Het project kadert in ‘Vlaanderen in Actie’ (ViA), het ‘Nieuw Industrieel Beleid’-programma van de Vlaamse Overheid dat van Vlaanderen een ‘topregio’ wil maken- en zal drie jaar duren.

In de stuurgroep zijn naast de vier partners -Fedem, Centexbel, Federplast.be en Flanders’ PlasticVision divisie VKC- ook OVAM en Essenscia vzw (de Belgische federatie van de chemische industrie, waaronder ‘kunststoffen’, en life sciences) en het Agentschap Ondernemen vertegenwoordigd. Die laatste staat overigens in voor 80 procent van het globale budget van het Core-project. De vier partners -Fedem, Centexbel, Federplast.be en Flanders’ PlasticVision divisie VKC- brengen 20 procent aan. Over een periode van drie jaar is een budget van 600.000 euro voorzien voor zowel personeel als marketinginspanningen.

 

Drie jaar

De komende drie jaar wil het initiatief zoveel mogelijk bedrijven bezoeken -chemiebedrijven, kunststofverwerkers, textielbedrijven, composietproducenten, recycleurs, designers en studiebureaus,… "We willen de ‘keten’ samenstellen van ‘design tot end-of-life’ en we focussen daarbij op vier sectoren: bouwgerelateerde bedrijven, tapijt- en interieurbedrijven, transport- en verpakkingsbedrijven", zegt Ghijsbrecht bij trekker Febem, de Belgische Federatie van Bedrijven voor Milieubeheer. Leden zijn bedrijven die afvalstoffen inzamelen, sorteren, behandelen, recycleren en/of verwerken, maar ook grondreinigingscentra en bedrijven die energie halen uit biomassa-afval. De leden van Febem tellen zo’n 10.000 personeelsleden bij zo’n tweehonderd bedrijven die een omzet maken van meer dan twee miljard.euro.

 

Vlaanderen of China

Ghijsbrecht stipt aan dat het belangrijk is van bij de start een aantal successen te boeken. Het project wil ook aangeven dat het een technologische problematiek is die veeleer ‘samen’ wordt opgelost dan door iedereen in zijn eigen hoekje te laten verder knutselen. ‘Als wij het in Vlaanderen niet doen, zullen ze het in China wel klaren.’

Het initiatief is ook een oproep om kunststoffen niet meer in te zetten voor verbranding/energierecuperatie. ‘Hou kunststoffen in de keten! Stel verbranding zo lang mogelijk uit. Dat kan ook nog over veertig jaar’, zei Bernard Merkx van de Nederlandse Vereniging van Kunststof Recyclers. Anderzijds is ook export van het waardevolle kunststofafval een realiteit. Hij beseft dat het bruusk stilleggen van die export catastrofaal zou zijn voor de recyclagesector maar is voorstander van het opleggen van een aantal criteria aan die stromen. ‘Export buiten Europa moet mogelijk blijven, maar dan naar landen waar even goed gerecycled wordt als in eigen land’, pleitte Merkx.

 

Virgin versus recyclaat

Hoewel er het voorbije decennium zowat twee keer zoveel gerecycleerde polymeergrondstof hergebruikt wordt, is het aandeel van polymeren dat verbrand wordt nog veel feller gegroeid. Het CORE-project heeft de bedoeling het effectieve hergebruik exponentieel te doen groeien. ‘Het gaat er om mensen en bedrijven te motiveren om recyclaten in te zetten als grondstof.’

Virgin kunststofmaterialen zorgen voor vrij weinig problemen. De kwaliteiten zijn gekend en genormeerd en de materialen zijn vrij breed beschikbaar. Dat is anders met recyclaat. De kwaliteit is vaak niet gekend of problematisch maar ook is de continue bevoorrading niet altijd even gegarandeerd.

Recyclaat kent echter kwaliteitsverlies door afbraak en recycleren. Er kan vervuiling zijn, het materiaal kan toxische stoffen bevatten. De recyclagemarkt is nog volop in ontwikkeling. Er zijn veel makelaars maar weinig lokale industriële verwerkers die veelal ook nog producten afleveren met een lage toegevoegde waarde. Er wordt materiaal aangetrokken door zowel ‘verwerkers’ als ‘verbranders’. De keten is nauwelijks geïntegreerd en de samenwerking is beperkt. Het ontwikkelen van een markt vergt een specifieke vraag van producten en afnemers, de gewenste recyclaten moeten beschikbaar zijn tegen een kostprijs die kan wedijveren met zogenaamd ‘virgin’ polymeer. Kortom, het product moet beantwoorden aan de gewenste kwaliteit en processen moeten efficiënt en beheersbaar zijn, ook met oog op milieu en veiligheid. Het core business-project zal dan ook aandacht hebben voor vele verschillende aspecten, van energiearme recyclagetechnieken bij het behandelen van gemengde afvalstromen tot ecodesign van eindproducten op basis van gerecycleerde materialen. Het project zal specifieke waardeketens selecteren en clusteren maar ook richtlijnen en tools ontwikkelen voor bedrijven en waardeketens en zorgen voor collectieve en individuele begeleiding verstrekken aan bedrijven, opleidingen en bijscholingen.