In de haven van Antwerpen worden deze week de eerste klimaattesten uitgevoerd op een nieuwe generatie transformatoren voor grote offshore windturbines. In het OWI-Lab (Offshore Wind Infrastructure Application Lab) van het technologisch kenniscentrum Sirris zullen daartoe verschillende extreme temperatuursituaties nagebootst worden.
De transformatoren werden ontworpen en gebouwd door CG uit Mechelen. ‘Offshore windturbines op zee staan bloot aan extreme weeromstandigheden. Met de testen in de klimaatkamer willen we de betrouwbaarheid van de componenten garanderen’ zegt Dr. Jan Declercq, CTO van CG. ‘Onze klanten eisen dat de transformatoren ook in extreme omstandigheden optimaal blijven werken. In dit geval moeten we testen bij -30°C en koude start tot vol vermogen in korte tijd. Het onderhoud van offshore windturbines is niet gemakkelijk, vandaar dat de eisen ook hoger liggen.’ De klimaatkamer van het OWI-Lab werd in september geopend in het bijzijn van Vlaams Minister-president Kris Peeters.
Het OWI-lab is een initiatief van de bedrijven 3E, ZF Wind Power Antwerpen NV, CG en Deme – GeoSea samen met technologiefederatie Agoria, het innovatieplatform Generaties, Sirris en de VUB. De Vlaamse regering subsidieert de opstart van het project.
‘Aangezien dit een jonge sector is, moet nog veel geïnvesteerd worden in innovatie. Dankzij de steun van de Vlaamse regering, kan de windenergiesector hier een voorsprong uitbouwen op de internationale concurrentie. Een juiste keuze, want offshore windenergie is één van de domeinen waar we mondiaal het verschil kunnen maken. Vlaanderen beschikt in dit domein immers over heel wat toptechnologiebedrijven die veel investeren in innovatie en exportmarkten kunnen veroveren met hun technologieën. Deze investeringen staan ons toe om hier mee de jobs van de toekomst te creëren’, zegt Jos Pinte, algemeen directeur van Sirris.
De offshore windenergiesector kan uitgroeien tot een belangrijke nieuwe industriële pool die veel jobs en export creëert. Volgens technologiefederatie Agoria kan de windenergiesector in 2020 zowat 9.000 jobs in Vlaanderen opleveren. Hiernaast heeft ons land zich geëngageerd om in 2020 13% van de energievoorziening uit hernieuwbare bronnen te halen. Windenergie zal hierin een cruciale bijdrage leveren. Goed een derde van onze windenergie zal van offshore windparken moeten komen.Het OWI-lab wil dit mee mogelijk maken. In een speciale ruimte in de haven van Antwerpen werd een metershoge en -lange klimaatkamer opgebouwd.
Sirris, het onderzoekscentrum van de technologische industrie, wil in het testlabo ‘stresstests’ op windturbinecomponenten uitvoeren. Deze moeten immers extreme klimaatsituaties en werkingsregimes kunnen doorstaan. Deze klimaatkamer die uniek is in Europa maakt het mogelijk om systeemtesten uit te voeren op grote en tot 150 ton zware componenten onder extreme en controleerbare condities. De klimaatkamer kan bijvoorbeeld temperaturen nabootsen van -60°C tot +60°C. Op die manier zal het OWI-Lab bijdragen aan de betrouwbaarheid en robuustheid van windturbines en het verkorten van productontwikkelingstijden.
Op jaarbasis zullen er in het OWI-Lab 30 tot 40 testcampagnes plaatsvinden. Zulke testen kunnen naargelang de grootte van de turbinecomponenten 1 dag tot enkele weken duren. Het gaat om componenten als tandwielkasten, transformatoren, hydraulische units, smeerunits, generatoren, pitchsystemen.