Niets is blijvend. Daar moet je je op instellen. En vervolgens moet je innoveren vóór en investeren in nieuwe afzetmarkten, vindt Jan Van den Brande, de buizenplooier uit Westerlo. ‘Werk blijft er. Als je maar bereid bent je aan te passen. Als je flexibel bent, hoef je niet bang te hebben voor de toekomst.’
Jan Van den Brande, zaakvoerder van Van den Brande NV, heeft al diverse ups en downs in de industrie meegemaakt, sinds hij in 1971 zijn eigen onderneming startte. Dat was toen nog als garagist. Het plooien van buizen is er pas later bijgekomen. Nu doet Van den Brande niets anders. ‘Eind jaren zeventig zag ik in Amerikaanse bladen de eerste bullbars. Ik had nog nooit een buis geplooid, maar dacht wel: dat is iets voor mij en daar is markt voor’, vertelt Jan in zijn werkplaats, tussen de honderden gereedschappen die hij sindsdien heeft gemaakt.
Buizen plooien
De eerste buizenplooimachine bouwde hij zelf, de tweede was een okkazie. De zaken verliepen voorspoedig, vooral dankzij een goede Nederlandse klant die de bull- en sidebars uit Westerlo door heel Europa verkocht. Totdat de fax opeens stil bleef. ‘Jammer voor mij, maar hij kon de bullbars voor de helft van het geld in Polen laten maken. Niet de kwaliteit die wij leverden, maar goed genoeg.’ In amper een week verloor hij een groot deel van zijn omzet. Hij neemt het zijn vroegere klant niet eens kwalijk dat hij voor een goedkopere oplossing koos.
Voor de Vlaamse metaalondernemer is dat een wijze les geweest. Je moet flexibel zijn, want in deze wereld is niks blijvends. De kracht van Van den Brande is de kennis van het buizen plooien; hoe complexer, hoe liever. Vooral dankzij de ervaring die hij heeft met het maken van gereedschappen. En hij besefte: daarmee kun je ook iets anders plooien dan een bullbar.
‘Amsterdammertje’
Van den Brande plooit nu vooral straatmeubilair, bijvoorbeeld een ‘Amsterdammertje’ in één bewerking zowel rond als achthoekig geplooid, fietsenstallingen en overkappingen voor de NMBS. Maar net zo goed heeft hij onlangs een prototype van een chirurgisch instrument geplooid. ‘Een lastige inoxsoort, 22 mm rond en veel verschillende grotere en kleinere radii naar elkaar gebogen’, zegt hij hierover.
Nieuwe productlijn
Vorig jaar heeft hij een nieuwe productlijn toegevoegd: outdoor fitnesstoestellen. ‘Ik zag dat op een beurs voor openbare ruimte in Houten. We werken nu hard aan de productie, nadat we de toestellen zelf ontworpen hebben.’
Zo moet je ondernemen, vindt Jan, die twee vaste krachten in de werkplaats heeft en in drukke tijden interimmers te werk stelt.
‘Durf te innoveren en te investeren, bijvoorbeeld in voorraad als het een rustige periode is. Als je dat niet doet, gaat het niet.’
Vraag & Aanbod
Wat voor Van den Brande wel blijft, is Vraag & Aanbod. ‘Dat is mijn redding geweest toen de omzet in bullbars wegviel. Ik ben gaan adverteren in Vraag & Aanbod. Dat leverde nieuwe klanten op.’ Hij vindt het vakblad voor nog een andere reden onmisbaar: de technische ontwikkelingen bijhouden. Je moet je blijven informeren over de nieuwe technologische trends en wat er in de markt gebeurt. Die informatie gebruikt Van den Brande om vervolgens zijn machines zelf te moderniseren. ‘Ik probeer steeds een stap vooruit te blijven. Als ik een aanvraag krijg voor 5.000 of meer producten, ga ik er niet eens op in. Die aanvraag gaat heel Europa rond. Als iemand speciaal werk nodig heeft, dan is hij hier goed. Het moeilijke werk dat anderen niet kunnen, dat plooien wij.’
De ziel ontbreekt
Wat in zijn ogen in veel bedrijven ontbreekt, is dat medewerkers nog hart voor hun werk hebben. ‘De ziel ontbreekt. Er wordt veel gepraat over hoge loonkosten, maar als ik door een ander bedrijf loop, zie ik medewerkers voortdurend met hun GSM in de weer. Dat is het probleem. Hoeveel productieve uren gaan daarmee verloren?’ Als de motivatie goed is, zijn de loonkosten niet te hoog.’ Hoewel Van den Brande op pensioen zou kunnen, peinst hij daar nog niet over. ‘Dit is mijn leven, hier vind ik mijn plezier. Laat mij maar op zaterdag een machine moderniseren. Of een buiggereedschap maken voor plooiwerk dat anderen niet voor elkaar krijgen.’